• Klik "Opslaan".
• Wacht op bevestiging dat het netwerk is ingesteld en druk op "OK".
• Als er meer apparaten aan dit netwerk moeten worden toegevoegd, ga naar de volgende paragraaf en voeg meerdere
apparaten aan het netwerk toe.
Om een ander apparaat aan te sluiten op een bestaand netwerk:
• Open de VictronConnect-app. Selecteer het apparaat dat deel uit moet gaan maken van een VE.Smart-netwerk.
• Navigeer naar de instellingenpagina door op het tandwielsymbool
• Klik op "VE.Smart-netwerken".
• Klik op "BIJ BESTAAND AANSLUITEN".
• Selecteer het netwerk waarmee het apparaat moet worden verbonden.
• Wacht op bevestiging dat het netwerk is ingesteld en druk op "OK".
• Herhaal bovenstaande stappen indien meer apparaten aan het netwerk toegevoegd moeten worden.
Om een netwerk te verlaten:
• Open de VictronConnect-app.
• Selecteer een apparaat dat moet worden verwijderd uit het VE.Smart-netwerk.
• Navigeer naar de instellingenpagina door op het tandwielsymbool
• Klik op "VE.Smart-netwerken".
• Klik op "NETWERK VERLATEN".
Controleer het netwerk
Als het netwerk eenmaal is opgezet, communiceren alle apparaten met elkaar. De actieve LED op elk verbonden apparaten zal
nu elke 4 seconden knipperen. Dit is een indicatie dat het apparaat actief communiceert met het netwerk.
Om te controleren of een individueel apparaat communiceert met het netwerk, klikin het hoofdscherm naast de zonnewijzer op
het VE.Smart-symbool
. Er wordt een pop-upvenster geopend met de verbindingsstatus en de gedeelde parameters.
Om te controleren of alle apparaten actief communiceren met hetzelfde VE.Smart-netwerk, ga naar de instellingenpagina van een
van de netwerkapparaten en klik op "VE.Smart-netwerken". Er wordt een scherm weergegeven met de apparaat parameters die
worden gedeeld, en alle andere apparaten die op hetzelfde netwerk zijn aangesloten worden weergegeven.
Pagina 35
MPPT zonnelader handleiding
te klikken.
te klikken.
VE.Smart-netwerk pop-up
Configuratie en instellingen