2
Kadreer een beeld
Stap
2.
1 Houd de camera stil.
Houd uw vingers en andere voorwerpen uit de buurt van
objectief, flitser, AF-hulpverlichting, microfoon en
luidspreker.
De flitser gebruiken
In situaties waarin u gebruik wilt maken van de flitser, bijvoorbeeld op donkere plekken of bij
tegenlicht, drukt u op de knop m (pop-up flitser) om de flitser omhoog te klappen.
Als de flitser is ingeklapt, is de flits-stand vast ingesteld op W (uit).
Duw de flitser voorzichtig naar beneden totdat deze vastklikt om de flitser in te klappen als
deze niet wordt gebruikt.
Opnemen en weergeven
15