Alarmnummers
U kunt tot drie telefoonnummers als noodnummers (ICE) invoeren, die u ook kunt kiezen als de
toetsblokkering met PIN-beveiliging ingeschakeld is.
Instellingen
met
contact selecteren (– – – = leeg contact)
alarmnummer invoeren
Contact wissen:
Naam en telefoonnummer met
Snelle toegang tot nummers en functies
Toetsen programmeren met telefoonnummer (snelkiezen)
De toetsen
en
geprogrammeerd.
De cijfertoets is nog niet geprogrammeerd met een nummer.
Cijfertoets lang indrukken
of
Cijfertoets kort indrukken
Contacten wordt geopend.
met
contactpersoon selecteren
contactpersoon is onder de cijfertoets opgeslagen
Als de vermelding in het telefoonboek op een later tijdstip wordt gewist, heeft dit
geen gevolgen voor de programmering van de cijfertoets.
Nummer kiezen
Cijfertoets lang indrukken . . . het nummer wordt direct gekozen.
of
Cijfertoets kort indrukken . . . op de linker displaytoets wordt het nummer/de naam (evt.
afgekort) weergegeven
OK
Telefonie
met
telefoonnummer invoeren
tot
kunnen telkens met een nummer uit Contacten worden
displaytoets Snelkiezn indrukken
OK
displaytoets indrukken . . . het nummer wordt gekozen
OK
Noodnummers
Wijzigen
met
wissen
Opslaan
evt. met
nummer selecteren
Handset
OK
naam voor het
Opslaan
OK . . . de
63