07/10/26 11:11:36 39Z5Z600_008
Olie verversen
Tap de verbruikte olie af terwijl de motor warm is. Warme olie stroomt snel
en gemakkelijk uit de motor.
1.
Plaats een geschikt opvangbakje onder de motor om de verbruikte olie
op te vangen en verwijder dan de olievuldop/peilstok, de aftapplug en de
ring.
2.
Laat de verbruikte olie helemaal uitstromen, breng dan de aftapplug en
de nieuwe ring aan en draai de aftapplug stevig vast.
Voer verbruikte motorolie op correcte wijze af, zodat u het milieu geen
schade toebrengt. We raden aan om verbruikte olie voor verdere
verwerking in een afgesloten verpakking af te leveren bij uw lokale
afvalverzamelcentrum of op een benzinestation. Geef de olie niet mee in
een vuilniszak, giet niet uit op de grond of in een rioolafvoerputje.
3.
Vul met de motor in horizontale positie de aanbevolen olie bij tot aan de
bovenste peilstreep op de peilstok (zie pagina ).
Als de motor draait met een te laag olieniveau, kan er motorschade
ontstaan. Dergelijke schade wordt niet gedekt door de dealergarantie
(Distributor's Limited Warranty) .
SLUITRING
OLIEAFTAP-BOUT
4.
Breng de olievuldop/peilstok stevig aan.
8
7
HOOGSTE PEIL
LAAGSTE PEIL
OLIEVULDOP/PEILSTOK
OLIEFILTER (sommige uitvoeringen)
Vervangen van oliefilter
1.
Tap de motorolie af en draai de aftapplug weer stevig vast.
2.
Verwijder het oliefilter met een oliefiltersleutel en laat de nog
achtergebleven olie in een geschikte opvangbak weglopen. Voer de
verbruikte olie en het filter op milieuvriendelijke wijze af.
Gebruik een oliefiltersleutel in plaats van een riemsleutel, om schade
aan het oliefilter te voorkomen.
OLIEFILTER
OLIEFILTERSLEUTEL
AFDICHTING
3.
Reinig de filtervoet en smeer de afdichtring van het nieuwe oliefilter in
met schone motorolie.
Gebruik alleen een origineel Honda oliefilter of een filter van
gelijkwaardige kwaliteit zoals gespecificeerd voor uw motoruitvoering.
Bij gebruik van een verkeerd filter of een niet origineel Honda filter van
een verkeerde kwaliteit kan er schade aan de motor ontstaan.
4.
Schroef het nieuwe oliefilter met de hand op totdat de afdichtring de
filtervoet raakt en gebruik dan een oliefiltersleutel om het filter nog een
extra 7/8 slag vast te zetten.
Aantrekkoppel oliefilter:
12 N·m (1,2 kgf·m)
5.
Vul het carter met de voorgeschreven hoeveelheid aanbevolen
motorolie (zie pagina
7
). Breng de olievuldop/peilstok weer aan.
6.
Start de motor en controleer op lekkage.
7.
Zet de motor af en controleer het olieniveau zoals beschreven op pagina
7
. Vul zo nodig olie bij tot aan de bovenste peilstreep op de peilstok.
NEDERLANDS
FILTERVOET