10 Toepassingen en functies
Voorbeeld Khafagi-ven-
turigoot
48
3 ... 4 x h
90°
1
Fig. 21: Flowmeting met Khafagi-venturigoot: h
maximale insnoering van de goot
1
Positie sensor
2
Venturigoot
10.3.1
Inbedrijfname
Een toepassingsassistent begeleidt u door de meest gebruikelijke
keuzemogelijkheden. De overige toepassingsopties zijn op de betref-
fende DTM-/app-pagina's beschikbaar. Een aanvullende beschrijving
van alle beschikbare toepassingsopties zijn in de online-help van de
DTM te vinden.
De volgende stappen moeten bij de toepassingsassistenten worden
doorlopen:
Toepassing kiezen
Kies onder de getoonde opties de toepassing " Flowmeting goot/
Waterkering"
Meetkringnaam toekennen
Geef de meetkring een eenduidige benaming, zodat er geen verwis-
selingen met andere meetkringen kan optreden.
Sensorspecificaties definiëren
Het bij de toepassing passende meetbereik moet direct in de sensor
worden ingesteld, om de maximale nauwkeurigheid te bereiken. Dit
meetbereik moet nu nogmaals in de assistent samen met het sensor-
type en de meeteenheid worden opgenomen.
Meettaak definiëren
Kies het passende linearisatie- en goottype. Een opsomming van de
beschikbare goten vindt u in de inleiding van deze toepassing.
max
h
max
B
= max. peil in de goot; B =
max.
VEGAMET 841 • 4 ... 20 mA
2