Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Vega VEGAMET 841 Handleiding pagina 43

Verberg thumbnails Zie ook voor VEGAMET 841:
Inhoudsopgave

Advertenties

Werkingsprincipe
Voorbeeld
VEGAMET 841 • 4 ... 20 mA
Voordat de nieuw gekozen pomp inschakelt, moet de ingestelde
inschakelvertraging voor deze pomp zijn afgelopen.
10.2.3
Toepassingsvoorbeeld pompregeling 3/4
De pompsturing 3/4 wordt gebruikt, om meerdere pompen met
dezelfde functie afwisselend en in een vastgestelde volgorde aan te
sturen. Bij verhoogde vraag kunnen alle pompen afhankelijk van de
ingestelde schakelpunten ook tegelijkertijd draaien. Door deze maat-
regel wordt een gelijkmatige belasting van de pompen gerealiseerd
en de bedrijfszekerheid verbeterd.
Alle relais met geactiveerde pompsturing zijn niet aan een bepaald
schakelpunt toegekend, maar worden afwisselend in- en uitgescha-
keld. De regelaar kiest bij het bereiken van een inschakelpunt dat
relais, welke als volgende aan de beurt is. Bij het bereiken van een
uitschakelpunt worden de relais weer uitgeschakeld in volgorde waar-
in deze werden ingeschakeld.
Bij deze pompsturing wordt onderscheid gemaakt tussen twee
varianten:
Pompsturing 3: het bovenste schakelpunt geeft het uitschakelpunt
voor het relais, terwijl het onderste schakelpunt voor het inschakel-
punt staat.
Pompsturing 4: het bovenste schakelpunt geeft het inschakelpunt
voor het relais, terwijl het onderste schakelpunt voor het uitscha-
kelpunt staat.
De volgorde is onveranderbaar vastgelegd. Het relais met de laagste
index is als eerste aan de beurt, daarna het relais met de eerstvol-
gend hogere index. Na het relais met de hoogste index wordt weer
naar het relais met de laagste index geschakeld, bijv. rel. 1 -> rel. 2 ->
rel. 3 -> rel. e1 -> rel. 2 ...
De volgorde geldt alleen voor de relais, die aan de pompregeling zijn
toegekend.
Bij de afvalwaterafvoer moet een pompput bij het bereiken van een
bepaald niveau worden leeggepompt. Hiervoor staan drie pompen
ter beschikking. Bij 60% niveau moet de pomp zolang draaien, tot
het niveau van 10% wordt onderschreden. Wanneer het 60%-punt
opnieuw wordt overschreden, dan wordt dezelfde taak aan pomp 2
overgedragen. Bij de derde cyclus is pomp 3 aan de beurt, daarna
weer pomp 1. Neemt het niveau bij veel toevoer ondanks draaien van
een pomp toch toeneemt, dan wordt bij het overschrijden van het
75% schakelpunt een extra pomp bijgeschakeld. Indien het niveau
bij extreme aanvoer toch nog verder toeneemt en de grens van 90%
overschrijdt, wordt ook pomp 3 bijgeschakeld.
Voor relais 1 ... 3 wordt de bedrijfsmodus " pompregeling 4" met de
optie " pompvolgorde" ingesteld. De relaisschakelpunten worden als
volgt geconfigureerd:
Kies in het DTM-navigatiebereik de menupunten " Meetplaats - Uit-
gangen - Relais".
Relais 1 bovenste schakelpunt = 60,0 %
10 Toepassingen en functies
43

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave