Inhoudsopgave
Advertenties
Bediening
Menu 2.7.0 Vaste CV temp.
Als u op de enter-knop drukt, gaat u naar de submenu's
waarin de instellingen voor een vaste temperatuurwaarde
worden weergegeven. Alleen weergegeven als in menu
9.1.7 vaste temperatuur is geselecteerd.
Menu 2.7.1 Compr. start temp
Temperatuur op de aanvoervoeler (FG) waarbij de eerste
compressor start. De waarde kan worden ingesteld tussen
5 en 60 °C. De fabrieksinstelling is 47 °C.
Menu 2.7.2 Compr. stop temp
Temperatuur op de aanvoervoeler (FG) waarbij de laatste
compressor stopt. De waarde kan worden ingesteld tussen
5 en 60 °C. De fabrieksinstelling is 50 °C.
Menu 2.7.3 Bijverw. start temp
Temperatuur op de aanvoervoeler (FG) waarbij de bijver-
warming inschakelt. De waarde kan worden ingesteld tus-
sen 5 en 60 °C. De fabrieksinstelling is 45 °C.
Menu 2.7.4 Bijverw. stop temp
Temperatuur op de aanvoervoeler (FG) waarbij de bijver-
warming uitschakelt. De waarde kan worden ingesteld tus-
sen 5 en 60 °C. De fabrieksinstelling is 49 °C.
Menu 2.7.5 Terug
Door op de Enter-knop te drukken gaat u terug naar menu
2.7.0
Menu 2.8 Retour temp
Hier wordt de actuele temperatuur van het retourwater
(RG) uit het CV-systeem weergegeven.
Menu 2.9 Graadminuten
Actuele waarde van het aantal graadminuten. Deze waarde
kan worden gewijzigd om bijvoorbeeld het starten van de
warmteproductie te versnellen. De waarde is instelbaar in
stappen van 10.
Menu 2.10 Terug
Door op de Enter-knop te drukken gaat u terug naar menu
2.0.
3.0 Aanvoertemperatuur 2*
* Accessoires
Menu 3.1 Stooklijn 2
Hier wordt de geselecteerde helling van de stooklijn weer-
gegeven. De waarde kan worden ingesteld tussen lijn 1 en
15 of op de stand Eigen stooklijn. De waarden voor de ei-
gen stooklijn worden ingesteld in menu 3.6.0. De fabrieks-
instelling is 9.
Menu 3.2 Stooklijn versch. 2
Hier wordt de geselecteerde verschuiving van de stooklijn
weergegeven. De waarde kan worden ingesteld tussen -10
en +10. De fabrieksinstelling is 0.
Als de RCU is aangesloten, wordt de ingestelde verschui-
ving via RCU tussen haakjes weergegeven. De werkelijke
verschuiving wordt dan het totaal van de ingestelde ver-
schuiving en de RCU verschuiving.
58
[U]
Menu 3.3 Min. CV. temp 2
Hier wordt de minimale aanvoertemperatuur naar het
verwarmingssysteem weergegeven. De berekende aanvoer-
temperatuur zakt nooit onder dit niveau, ongeacht de bui-
tentemperatuur, de helling van de stooklijn of de verschui-
ving van de stooklijn. De waarde kan worden ingesteld
[U]
tussen 10 en 65 °C. De fabrieksinstelling is 15 °C.
Menu 3.4 Max. CV. temp 2
Hier wordt de maximale aanvoertemperatuur naar het
verwarmingssysteem weergegeven. De berekende aanvoer-
[U]
temperatuur komt nooit boven dit niveau, ongeacht de
buitentemperatuur, de helling van de stooklijn of de ver-
schuiving van de stooklijn. De waarde kan worden inge-
steld tussen 10 en 80 °C. De fabrieksinstelling is 55 °C.
[U]
Menu 3.5 Externe vrijgave 2
Als in menu 9.1.11 de thermostaat is geselecteerd, kunt u
een extern contact aansluiten, zie Beschrijving van functies
– Basisfuncties > Ruimteregeling. Door een extern contact
te gebruiken, bijvoorbeeld een kamerthermostaat of een
[U]
schakelklok, kan de aanvoertemperatuur en daarmee ook
de temperatuur in de ruimte tijdelijk of periodiek worden
verhoogd of verlaagd. Als het externe contact is gesloten,
wordt de verschuiving van de stooklijn gewijzigd met het
aantal stappen dat hier wordt weergegeven. De waarde
[U]
kan worden ingesteld tussen -10 en +10.
De fabrieksinstelling is 0.
Menu 3.6.0 Eigen stooklijn 2
[N]
Hier wordt een zelfgedefinieerde stooklijn gekozen. Dit is
een individuele lineaire curve met een knikpunt. U kiest een
knikpunt en de bijbehorende temperaturen. LET OP! Voor
het activeren moet Stooklijn in menu 3.1 zijn ingesteld op
[N]
Eigen stooklijn.
Menu 3.6.1 Aanvoer CV bij -20°C
Hier wordt de aanvoertemperatuur geselecteerd bij een
buitentemperatuur van -20 °C. De waarde is instelbaar tus-
sen 10 en 80 °C. De fabrieksinstelling is 55 °C.
[N]
Menu 3.6.2 Aanvoer CV bij +20°C
Hier wordt de aanvoertemperatuur geselecteerd bij een
buitentemperatuur van +20 °C. De waarde is instelbaar
tussen 10 en 80 °C. De fabrieksinstelling is 18 °C.
Menu 3.6.3 Kniktemp. stooklijn
Hier wordt gekozen bij welke buitentemperatuur het knik-
[N]
punt moet liggen. De waarde kan worden ingesteld tussen
-15 en +15 °C. De fabrieksinstelling is 0 °C.
Menu 3.6.4 Aanv. temp. knik
Hier wordt de gewenste aanvoertemperatuur gekozen voor
het knikpunt. De waarde kan worden ingesteld tussen 10
en 80 °C. De fabrieksinstelling is 40.
[N]
Menu 3.6.5 Terug
Door op de enter-knop te drukken gaat u terug naar menu
3.6.0.
Menu 3.7 Retour temp 2
Hier wordt de actuele temperatuur van het retourwater
(RG2) uit het CV-systeem weergegeven.
NIBE F1330
[U]
[U]
[U]
[U]
[U]
[U]
[U]
[U]
[U]
[U]
Advertenties
Inhoudsopgave
