Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Nibe F1330 Installatie- En Onderhoudsinstructies pagina 25

Inhoudsopgave

Advertenties

Aansluiting van warmteproductie
De aanvoertemperatuurvoeler (FG) wordt op de aanvoerlei-
ding naar het verwarmingssysteem geplaatst. Zie de af-
zonderlijke aansluitmogelijkheden voor de juiste plaatsing.
De voeler moet goed contact maken met de leiding. Als er
geen dompelbuis beschikbaar is, gebruikt u de bijgeleverde
koperen hulsjes. De voeler wordt aangesloten op schroef-
aansluitingen X4:15 en X4:16 op de EBV-print.
De retourtemperatuurvoeler (RG) wordt op de retourleiding
vanuit het verwarmingssysteem geplaatst. Zie het schema
voor de afzonderlijke aansluitingsmogelijkheden voor de
juiste plaatsing. De voeler moet goed contact maken met
de leiding. Als er geen dompelbuis beschikbaar is gebruikt
u de koperen hulsjes. De voeler wordt aangesloten op
schroefaansluitingen X4:13 en X4:14 op de EBV-print.
De buitenvoeler (UG) moet in de schaduw op een muur op
het noorden of noordwesten worden geplaatst, zodat de
werking ervan niet kan worden verstoord door de ochtend-
zon. De voeler wordt met een tweeaderige kabel aangeslo-
ten op klemmenstroken X1:1 en X1:2 op de EBV-print.
Het regelsignaal van de externe circulatiepomp voor het
CV-systeem (VBP3) is aangesloten op de klemmenstrook
X6:1 (230V), X6:2 (N) (max. 0,2A) op de relaiskaart.
Let op: de F1330 levert een regelspanning van 230 V,
bedoeld voor de sturing van externe magneetrelais
en niet voor de schakeling van pompen.
+EBV-kaart
X4
+EBV-kaart
Beschrijving van functies - Basisfuncties
Verkort overzicht – menu-instellingen CV-
verwarming
Bedrijfsstand
Het menu (zomer,winter,voorjaar,herfst) is op te
roepen met behulp van de bedrijfsstandknop.
Hier wordt geselecteerd of er al dan niet warm-
teproductie is toegestaan en of de elektrische
bijverwarming gebruikt mag worden.
Menu 2.1 Stooklijn
Hier wordt de geselecteerde stooklijn weergegeven.
De waarde kan worden ingesteld tussen lijn 1 en 15 of
op Eigen stooklijn. De waarden voor de eigen stooklijn
worden ingesteld in menu 2.6.0. De fabrieksinstelling is
9. De stooklijn is afhankelijk van het warmteafgiftesys-
teem. Bij vloerverwarming is de stooklijn meestal 5.
Menu 2.2 Stooklijn versch.
Hier wordt de geselecteerde verschuiving van de stook-
lijn weergegeven. De waarde kan worden ingesteld
tussen -10 en +10. Let op! De waarde kan niet worden
veranderd met de plus- en minknoppen, maar alleen
met de draaiknop op de display.
Als de RCU is aangesloten, wordt de ingestelde ver-
schuiving via RCU tussen haakjes weergegeven. De
werkelijke verschuiving wordt dan het totaal van de
ingestelde verschuiving en de RCU verschuiving.
Menu 2.3 Min. CV. temp
Hier wordt de minimale aanvoertemperatuur naar het
verwarmingssysteem weergegeven. De berekende aan-
voertemperatuur zakt nooit onder dit niveau, ongeacht
de buitentemperatuur, de helling van de stooklijn of de
verschuiving van de stooklijn. De waarde kan worden
ingesteld tussen 2 en 65 °C. De fabrieksinstelling is 15
°C. Als er passieve koeling gebruikt wordt is een mini-
male temperatuur van 18°C aan te houden.
Menu 2.4 Max. CV. temp
Hier wordt de maximale aanvoertemperatuur naar het
verwarmingssysteem weergegeven. De berekende aan-
voertemperatuur komt nooit boven dit niveau, onge-
acht de buitentemperatuur, de helling van de stooklijn
of de verschuiving van de stooklijn. De waarde kan wor-
den ingesteld tussen 10 en 80 °C. De fabrieksinstelling
is 55 °C. Met vloerverwarming is de maximale tempera-
tuur 40°C.
Het schema met aansluitinstructies is te vinden op
www.nibe.eu
NIBE F1330
Installeren / aanpassen
[N]
[N]
[U]
[U]
23

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave