6. Weergavemodus: Klik hierop, om te schakelen tussen
Opmerking: In de weergavemodus wordt enkel gekozen of de actuele meetdata in SCI of SCE
wordt weergegeven. Voor de samplemeetmodus moet in de systeeminstellingen "SCI", "SCE"
of "I+E" geselecteerd worden. De standaardinstelling is "I+E".
7. Lichtbron: Met de sneltoets links op het display (op de afbeelding boven: D65) kiest u de
lichtbron die u wilt gebruiken voor de meting: D65, A, C, F1 ... F12, etc.
8. Kleurruimte: Met de sneltoets kunt u de gewenste kleurruimte kiezen. U heeft de keuze uit:
CIE LAB, CIE XYZ, Hunterlab, etc.
9. Meethoek: Klik op de desbetreffende sneltoets om te kiezen tussen 10° en 2°.
10. Samplemeting: Klik op
11. Meetopening: Hier wordt de actueel gebruikte meetopening getoond (boven in het display
„Ø 8").
12. Tolerantie: Ga naar "Tolerance",om de tolerantie in te stellen.
13. Wissen/opslaan: Wanneer de auto-save functie actief is, klikt u op
te wissen. Bij het sluiten van de auto-save functie klikt u op
te slaan.
14. Bladeren: Gebruik de
kunt kiezen tussen de dataweergave, de spectrumweergave of de kleurindexweergave.
15. Golflengte/reflectiegraad: Met de pijltoetsen en kunt u de golflengte of reflectiegraad van
het meetobject aanpassen met sprongen van 10 Nm.
Opmerking:
Wanneer u de auto-save functie deactiveert ziet u in plaats van het wis-symbool
opslag-symbool
4.3.3 Samplemeting
Na de standardmeting klikt u op
meetopening strak op het meetoppervlak en druk op de meetknop. Er klinkt een pieptoon en de led
kleurt groen. De meetwaarde verschijnt op het display, net als in de standardmeting. Het
onderscheid tussen de twee meetmethodes, is dat bij de samplemeting het verschil tussen de
standardmeting en de samplemeting aanvullend wordt weergegeven.
1. Links bovenin het display wordt altijd weergegeven in welke meetmodus u zich bevindt
(sample/standard).
2. Hiernaast (van links naar rechts) vindt u het bestandsnummer (begint met een "T"), de
lichtbron, de UV-status (on/off), het bluetoothsymbool (on/off), de meetmethode (I+E niet
beschikbaar in de standard-modus), de actuele datum en tijd en de batterijstand. Alle data
die hier wordt weergegeven heeft betrekking op de actuele standaard.
3. Het lopende bestandsnummer van de samplemeting wordt automatisch gegenereerd door
het apparaat. Het nummer begint met een "S" gevolgd door een aantal cijfers.
4. U kunt de meting een naam geven, door op No Name te klikken.
GEBRUIKSAANWIJZING Kleurmeter PCE-CSM 20/21/22
toets, om tussen de verschillende weergaves te schakelen. U
. Wanneer u hierop klikt, worden de actuele gegevens opgeslagen.
om te schakelen naar de sample meetmodus.
, om naar de samplemeting te gaan. Plaats de
12
en
.
om de actuele data
om de actuele data op
, het