• Stel de afstandsbediening in op de veld instelfunctie. Zie
"HET INSTELLEN VAN HET VELD" vin de handleiding
van de afstandsbediening voor details.
• Selecteer functienr. 12 als de veld instelfunctie is inge-
schakeld en stel het eerste codenummer (schakelaar) in
op "1". Zet daarna het tweede codenummer (positie) op
"01" voor GEFORCEERDE UIT en "02" voor AAN/UIT
WERKING.
(GEFORCEERD UIT is de fabrieksinstelling.)
(Zie Afb. 29)
10. PROEFDRAAIEN
Zorg ervoor dat de inspectieluiken van de binnen- en buitenunits gesloten zijn.
Zie de installatiehandleiding van de buitenunit.
• De bedrijfsindicator van de afstandsbediening knippert wanneer er een fout optreedt. Lees de storingscode
af van de LCD-display om de plaats van de storing te lokaliseren. Een beschrijving van de storingscodes
en de oorzaak ervan vindt u in de installatiehandleiding van de buitenunit of in de servicehandleiding.
Als een van de items in Tabel 5 wordt weergegeven is er mogelijk een probleem met de bekabeling of de
voedingsspanning; controleer daarom de bekabeling nogmaals.
Tabel 5
Display van de afstandsbediening
De melding "
De melding "U4" brandt
De melding "UH" brandt
Geen informatie in het display
• Informeer de klant om als de interieurwerkzaamheden niet voltooid zijn aan het einde van het proefdraaien
de airconditioner niet te gebruiken totdat de interieurwerkzaamheden gereed zijn om de binnenunit te bes-
chermen.
(Als de airconditioner gebruikt wordt kan de binnenunit door stoffen die door de verf worden afgegeven,
kleefmiddel, enz. verontreinigd raken en deze kunnen spatten of waterlekkage veroorzaken.)
OPMERKING
• Controleer na het voltooien van het proefdraaien de punten vermeld onder "b. Punten die moeten worden
gecontroleerd bij aflevering".
22
• Er is een kortsluiting bij de aansluitingen GEFORCEERD
" brandt
UIT (T1, T2).
• De voedingsspanning van de buitenunit is uitgeschakeld.
• De voedingskabel van de buitenunit is niet geïnstalleerd.
• Onjuiste bekabeling voor de besturingskabel en/of
GEFORCEERD UIT.
• De kabel voor afstandsbediening is onderbroken.
• De voedingsspanning van de binnenunit is uitgeschakeld.
• De voedingskabel van de binnenunit is niet geïnstalleerd.
• Onjuiste bekabeling voor de bekabeling voor de afstandsbedi-
ening, de besturingskabel en/of GEFORCEERD UIT.
• De vertakkingbekabeling is onderbroken.
TWEEDE CODENR.
SETTING
EERSTE CODENR. MODUS LOKALE
INSTELLINGEN
Afb. 29
Inhoud
Functienr.
Nederlands