(9) Druk met beide handen de hoeken onderaan de binnenunit omhoog en haak het nokje aan de acht-
erzijde van de binnenunit op het installatiepaneel (1). (Zie Afb. 9)
• Verwijder nu het blokje dat u in stap (6) heeft aangebracht.
• Zorg ervoor dat de voedingskabel, besturingskabel, aardingskabel en bekabeling voor de afstandsbe-
diening niet binnen de binnenunit worden afgeklemd.
■ Bij schroeven in de binnenunit
• Verwijder het frontpaneel. (Zie Afb. 7)
• Bevestig de binnenunit op het installatiepaneel (1) met de
borgschroeven (6). (Zie Afb. 11)
5. AANLEGGEN VAN DE KOELSTOFLEIDING
〈Meer informatie voor de koelmiddelbuizen voor de buitenunit vindt u in de installatiehandleiding die
aan de buitenunit is bevestigd.〉
〈Breng aan beide zijden van zowel de gas- als de vloeistofleidingen het thermische isolatiemateriaal
aan. Wanneer de leidingen niet worden geïsoleerd kan dat leiden tot waterlekkage.〉
(Gebruik geschikt isolatiemateriaal omdat bij gebruik van een warmtepomp de temperatuur van de gasleiding
kan oplopen tot ongeveer 120°C.)
〈Breng ook extra isolatiemateriaal om de koelmiddelleiding aan (minimaal 20 mm) in situaties waarbij
de temperatuur om de koelmiddelleidingen hoger kan worden dan 30 °C of de relatieve vochtigheid
hoger kan worden dan 80%. Op het oppervlak van de isolatie kan anders condens worden gevormd.〉
〈Controleer, voordat de koelmiddelleidingen worden aangesloten, welk type koelmiddel wordt
gebruikt. Wanneer verschillende typen koelmiddel worden gebruikt zal de installatie niet goed
werken.〉
VOORZORGSMAATREGELEN
• Gebruik een pijpsnijder en tromp die geschikt is voor het te gebruiken koelmiddel.
• Breng, voordat u de trompverbinding aandraait, esterolie of etherolie op de tromp aan.
• Knijp de leiding dicht of plak deze af met tape om te voorkomen dat vuil, vloeistof of stof de
leiding kan binnendringen.
• Voorkom dat lucht of andere stoffen dan het koelmiddel in de koelmiddelleidingen terecht kunnen
komen. Ventileer de ruimte onmiddelijk wanneer gasvormig koelmiddel ontsnapt tijdens de
installatiewerkzaamheden.
• Meng geen lucht of ander gas met het voorgeschreven koelmiddel in de koelcyclus.
• Ventileer de kamer als tijdens de werkzaamheden koelmiddelgas is ontsnapt.
• De buitenunit is gevuld met koelmiddel.
• Gebruik alleen naadloze leidingen van koperlegering. (ISO 1337)
10
Installatiepaneel
(accessoire) (1)
Koelmiddelleiding
Isolatietape
(accessoire) (4)
M4 × 12L
(accessoire) (6)
Afb. 11
Nederlands