8-5 CENTRALE BESTURING
• Voor centrale besturing dienen de groepsnummers te worden bepaald. Zie de gebruiksaanwijzing van elke
optionele afstandsbediening voor centrale besturing.
9. LOKALE INSTELLINGEN
VOORZORGSMAATREGELEN
Bij het maken van plaatselijke instellingen of bij het proefdraaien zonder dat het sierpaneel is
bevestigd, mag de afvoerpomp niet worden aangeraakt. Dit kan elektrische schokken veroorzaken.
(1) Zorg ervoor dat de inspectieluiken van de binnen- en buitenunits gesloten zijn.
(2) De veldingstellingen moeten conform de omstandigheden van installatie vanaf de afstandbedien-
ing worden uitgevoerd.
• Instelling gebeurt door wijziging van het "Functienr.", het "EERSTE CODENR." en het "TWEEDE CODENR."
• In de paragraaf "Lokale instelling" bij de afstandsbediening vindt u de volgorde van de instellingen en de
manier waarop deze moeten worden doorgevoerd.
* Instelling moet worden uitgevoerd op alle units in een groep. Wanneer u de instelling voor afzonderlijke
units wilt maken of de instellingen wilt controleren, kunt u de modus Nos. gebruiken (met "2" als verhoogd
weergegeven klein cijfer) tussen haakjes ( ).
9-1 INSTELLING VAN DE LUCHTFILTERAANDUIDING
• De displays van de afstandsbedieningen zijn voorzien van een luchtfilteraanduiding die aangeeft wanneer
het luchtfilter gereinigd moet worden.
• Stel het TWEEDE CODENR. afhankelijk van de hoeveelheid stof of vuil in de kamer volgens Tabel 3 in.
(De fabrieksinstelling voor het TWEEDE CODENR. is "01" voor licht vervuild filter.)
Tabel 3
Instelling
Luchtfilterbevuiling - licht
Luchtfilterbevuiling - zwaar
9-2 INSTELLING VAN DE LUCHTSTROOM VERHOUDINGEN
• Het is mogelijk om de ingestelde luchtstroming (HOOG en LAAG) te verhogen. Stel het TWEEDE
CODENR. volgens Tabel 4 naar eigen voorkeur in.
(De fabrieksinstelling voor de TWEEDE CODENR. is standaard "01".)
Tabel 4
Instelling
Standaard
Iets hoger
Hoger
〈Bij gebruik van draadloze afstandsbedieningen〉
• Bij gebruik van draadloze afstandsbedieningen moeten de draadloze afstandsbedieningen geadresseerd
worden. Zie de installatiehandleiding van de draadloze afstandsbediening voor details.
Nederlands
Interval tussen
luchtfilteraanduidingen
Ca. 200 uren
Ca. 100 uren
Functienr.
13 (23)
EERSTE
Functienr.
CODENR.
10 (20)
0
EERSTE CODENR.
0
TWEEDE CODENR.
01
02
TWEEDE CODENR.
01
02
03
21