Doorspoelen afvoerkanaal
Voorzichtig!
Buig de slang in de vorm van een waterslot, zie
afbeelding.
Van lucht/water-
warmtepomp
De uitlaat van de leiding voor condenswater moet zich
■
op een vorstvrije diepte bevinden.
Leid de leiding omlaag van de lucht/water-warmte-
■
pomp weg.
De condenswaterleiding moet zijn uitgerust met een
■
waterafsluiter om luchtcirculatie in de leiding te voor-
komen.
De installatielengte wordt afgestemd op de lengte van
■
het waterslot.
LET OP!
Als geen van deze aanbevelingen wordt ge-
bruikt, moet er worden gezorgd voor een
goede afvoer van condenswater.
12
Hoofdstuk 2 |
Bezorging en verwerking
Waterafdichting
Waterafdichting
Installatiegebied
De aangeraden afstand tussen de AMS 10 en de muur
van de woning moet minimaal 15 cm zijn. De vrije
ruimte boven de AMS 10 moet minimaal 100 cm zijn.
De vrije ruimte ervoor moet voor toekomstige service
echter 100 cm zijn.
LEK
Vorstvrije
Frostfritt
diepte
djup
AMS 10