Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Luchtleiding En Toebehoren; De Vloeistofslangset (2) Installeren - Graco LD Series Instructies

Inhoudsopgave

Advertenties

Het is mogelijk dat de verschillende onderdelen
van het systeem niet dezelfde maximale werkdruk
hebben. Beperk het risico van een te hoge druk in
een deel van het systeem, wat kan leiden tot een
breuk in een component en ernstig letsel:
Zorg dat u de maximale werkdruk van elke
component en aangesloten componenten kent.
Overschrijd nooit de maximale werkdruk van de
componenten met de laagste maximale
werkdruk aangesloten op een bepaalde pomp.
Overschrijd de maximale cyclussnelheid van
de pomp.
Regel de luchtdruk om te voorkomen dat
de druk bij het vloeistofgedeelte van de pomp
te hoog wordt.
Regel de luchtdruk naar de pomp, zodat er niet
te veel druk in een vloeistofleiding, component
of toebehoren ontstaat.

Luchtleiding en toebehoren

LET OP
Hang toebehoren niet direct aan de luchtinlaat.
Monteer ze op beugels. Gebruik altijd een flexibele
slang tussen alle aansluitingen. De luchtinlaat is niet
sterk genoeg om toebehoren te dragen en deze
kunnen breken.
Breng schroefdraaddichtmiddel aan op alle
mannelijk schroefdraad behalve wartelaansluitingen.
Installeer een overtoerenventiel dat de
luchttoevoer naar de pomp uitschakelt als de
pomp boven een bepaalde ingestelde snelheid
gaat werken. Een pomp die te snel werkt kan
ernstig beschadigd raken.
Installeer de luchtregelaar (8) om de snelheid en
druk van de pomp te regelen.
Bestel voor NPT-modellen Graco-onderdeelnr.
24H420; bestel voor BSP-modellen
Graco-onderdeelnr. 24H419.
Installeer een zelfontlastend hoofdluchtventiel (7)
bovenstrooms van de luchtregelaar van de pomp
(8) maar binnen bereik.
Bestel voor NPT-modellen Graco-onderdeelnr.
110223; bestel voor BSP-modellen
Graco-onderdeelnr. 125041.
Breng een luchtfilter in de hoofdluchtleiding vanaf
de compressor aan, om schadelijk vuil en
verontreinigingen uit de toegevoerde
compressorluchttoevoer te verwijderen.
3A5382R

De vloeistofslangset (2) installeren

OPMERKING: De vloeistofset in A
ter referentie voor de instructies gegeven. Er staat
een complete lijst met onderdelen voor beschikbare
vloeistofsets en de bijbehorende afbeeldingen
op pagina's 48 - 51.
2a
2c
A
. 2: CE-markering of luchtregelaareenheid,
FB
afgebeeld met set voor slanghaspel vloeistof
OPMERKING:
Draai alle fittingen vast met een sleutel
Stappen 1 en 2 zijn alleen voor installaties met
CE-markering. Als uw eenheid geen
CE-markering heeft, begint u met de
installatie-instructies vanaf Stap 1.
ALLEEN voor eenheden met CE-markering of
eenheden met luchtregelaar:
1. Sluit de fittingen (2e) aan op beide uiteinden van
de 2-wegklep (7).
2. Sluit de regelaar (8) aan op een van de twee
fittingen (2e).
Alle installaties:
1. Sluit de fittingen (2d) aan op de luchtinlaat van
de pomp (1). Draai ze stevig met de sleutel vast.
2. Monteer de slang (2b) tussen de luchtinlaat- en
de pompinlaatfitting (2d). Draai de aansluitingen
stevig met de sleutel vast.
3. Sluit de fitting (2a) aan op de uitlaat van de pomp
(1). Draai ze stevig vast met het onderstaande
aanhaalmoment:
Voor NPT-modellen: draai 1 tot 1-1/2 slag
vaster dan handvast
Voor BSPT-modellen: draai 1-1/2 tot 2 slag
vaster dan handvast
4. Monteer de slang (2c) tussen de vloeistoftoevoer-
en de pompuitlaatfitting (2a). Draai de
aansluitingen stevig met de sleutel vast.
Installatie
. 2 wordt alleen
FB
1
2b
2e
8
2d
7
7

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave