3. Opstelling
1) Montage op een statief, opspanning, enz.
OPMERKING
• Vermijd, waar mogelijk, het rechtstreeks vastzetten van de schacht met een stelschroef, enz.
• De spindel beweegt mogelijk niet soepel als de schroef om de schacht vast te zetten wordt
aangedraaid met een aanhaalmoment van 150 cN · m of meer.
Schacht
+0,02
ø 8*
mm
+0,005
*ADG-type: ø 9,52 (3/8 in)
Tips
Wanneer u het product op een statief of opstelling monteert, gebruikt u de schacht of het oor
aan de achterplaat. Als u de schacht gebruikt, gebruik dan een sleufhouder met een gat van
ø 8 mm of ø 9,52 mm met G7 (+0,005 mm tot +0,02 mm).
2) Montage van de tilhendel
[Opties: onderdeelnr. 21EZA198 (mm), onderdeelnr. 21EZA199 (in)]
OPMERKING
• Gebruik van het product terwijl de stopschroef niet stevig is vastgedraaid, kan interne
onderdelen of het werkstuk beschadigen.
• Monteer altijd de originele schroef op de bovenkant van de spindel als er geen stopschroef
wordt gemonteerd. Anders kunnen interne componenten of het werkstuk worden beschadigd.
2
1
1
Draai de dop tegen de klok in om deze van het product te halen.
2
Bevestig de spindel met een tang die is opgevuld met een Doekje o.i.d., zodat deze niet draait
en verwijder vervolgens de schroef (M2,5 of Nr.4-48UNF) aan het boveneinde van de spindel.
3
Monteer de stopschroef die is meegeleverd met de hefhendel en monteer, met de hendeluiteinde
vastgehouden door de stopschroef, de hefhendel op de hefboombevestiging (zwaluwstaart).
Tips
Bewaar de verwijderde dop, zodat deze niet kwijtraakt.
3) Montage van de hefknop
[Opties: onderdeelnr. 21EZA105 (mm), onderdeelnr. 21EZA150 (in)]
OPMERKING
• Gebruik van het product terwijl de stopschroef niet stevig is vastgedraaid, kan interne onderdelen of het
werkstuk beschadigen.
• Monteer altijd de originele schroef op de bovenkant van de spindel als er geen tilschroef
wordt gemonteerd. Anders kunnen interne componenten of het werkstuk worden beschadigd.
1
1
Draai de dop tegen de klok in om deze van het product te halen.
2
Bevestig de spindel met een tang die is opgevuld met een doekje o.i.d., zodat deze niet draait
en verwijder vervolgens de schroef (M2,5 of Nr.4-48UNF) aan het boveneinde van de spindel.
3
Bevestig de hefknop aan de bovenzijde van de spindel.
Tips
Bewaar de verwijderde dop, zodat deze niet kwijtraakt.
4) Montage van het ontgrendelingsmechanisme (Optioneel: deelnr. 540774)
OPMERKING
• Monteer de rubberen dop altijd als er geen ontgrendelingsmechanisme is gemonteerd.
• De rubberen dop is voorzien van een schroefdraad.
• Het product kan beschadigd raken als een item anders dan het ontgrendelingsmechanisme
wordt geplaatst of als er excessieve kracht op wordt uitgeoefend.
• De spindel verhogen of verlagen terwijl het ontgrendelingsmechanisme niet stevig is
vastgezet, kan de interne componenten beschadigen.
3
1
Verwijder de rubberen dop van het montagegat voor het ontgrendelingsmechanisme.
2
Schroef het ontgrendelingsmechanisme stevig in het gat.
Tips
Bewaar de verwijderde schroef en rubberen dop zodat deze niet kwijt raken.
5) Vervanging contactpunt
OPMERKING
Wanneer u het contactpunt vervangt, draait u het contactpunt tijdens het bevestigen van de
spindel. Als u dit niet doet, kan het product beschadigd raken.
Monteer en verwijder de contactpunt met een lap en 2 tangen (een voor het bevestigen van de
spindel) zoals weergegeven in de afbeelding.
Tips
• Het wijzigen van het contactpunt kan veranderingen in externe dimensies en meetkracht of
beperkingen op de mogelijke meetrichtingen veroorzaken.
• Fouten als gevolg van het contactpunt (haaksheid van plat contactpunt, rondloop van het
rolcontactpunt, enz.) worden toegevoegd aan de meetnauwkeurigheid.
• Verschillende contactpunten zijn beschikbaar als opties. Raadpleeg de CATALOGUS
MEETINSTRUMENTEN van Mitutoyo voor details.
4. Power ON/OFF
2
3
1
Druk op de [ON/OFF]-toets om het product aan en uit te zetten.
Tips
• Als het apparaat niet wordt ingeschakeld, zelfs wanneer de [ON/OFF]-toets wordt ingedrukt,
is de batterij leeg. De batterij vervangen.
• Hoewel de spindel bij gebruik de eerste keer zwaar kan aanvoelen in het onderste dode
punt, kan dit worden opgelost door de spindel eenmaal omhoog te drukken.
• Zelfs nadat de stroom is uitgeschakeld, worden het ingestelde referentiepunt en de
ingestelde telrichting bewaard.
5. ORIGIN Setting (Referentiepuntinstelling)
1
Verplaats de spindel tot het punt dat moet worden ingesteld als referentiepunt en druk
vervolgens gedurende 1 seconde of langer op de [ORIGIN]-toets
⇨ De aangegeven waarde wordt nul en het referentiepunt (ORIGIN) wordt ingesteld.
Tips
• Plaats het contactpunt meerdere keren op het werkstuk om te controleren of de gemeten
waarde stabiel is.
• Dit product garandeert geen stabiele herhaalbaarheid binnen 0,2 mm van het onderste dode
punt (wanneer de spindel maximaal is uitgeschoven). Zorg er bij het uitvoeren van de
instelling van het referentiepunt voor dat u de spindel minstens 0,2 mm boven het onderste
dode punt tilt.
• Aan dit product is een rubberen demper bevestigd om de impact op de spindel te dempen.
Hoewel de aangegeven waarde in het onderste dode punt niet stabiel is vanwege de
elasticiteit van de demper, heeft dit geen defect.
Mitutoyo Corporation 1-20-1 Sakado, Takatsu-ku, Kawasaki City, Kanagawa 213-8533
ON/OFF
ON/OFF
ORIGIN
Master
Gedrukt in Japan