7. Draai de kaartklem dicht om de PCI-kaart vast te zetten.
Figuur 14. Een PCI-kaart installeren
8. Breng daarna de schroef weer aan waarmee de PCI-kaartklem wordt bevestigd.
Volgende stappen:
• Als u met een ander stuk hardware wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte.
• Als u de installatie of vervanging wilt voltooien, gaat u naar "Het vervangen van de onderdelen voltooien"
op pagina 56.
Geheugenmodules installeren of vervangen
Attentie: Open uw computer niet of probeer geen reparatie voordat u de "Belangrijke veiligheidsvoorschriften" op
pagina v hebt gelezen en begrepen.
In dit gedeelte vindt u instructies voor het installeren of vervangen van een geheugenmodule.
Uw computer beschikt over twee sleuven voor het plaatsen of vervangen van DDR3 DIMMs. Daardoor kunt
u het systeemgeheugen uitbreiden tot maximaal 8 GB. Gebruik bij het installeren of vervangen van een
geheugenmodule DDR3 DIMMs van 1 GB, 2 GB of 4 GB in elke combinatie tot maximaal 8 GB.
U kunt als volgt een geheugenmodule installeren of vervangen:
1. Zet de computer uit en haal alle stekkers uit de stopcontacten.
2. Verwijder de kap van de computer. Zie "De kap van de computer verwijderen" op pagina 32.
3. Leg de computer op zijn zijkant. Zo kunt u beter bij de systeemplaat.
4. Kijk waar de geheugenaansluitingen zich bevinden. Zie "Onderdelen op de systeemplaat" op pagina 12.
.
Hoofdstuk 5
Hardware installeren en vervangen
37