Een inReach weersverwachting verwijderen
U kunt een verlopen voorspelling of een voorspelling voor een locatie die u niet meer nodig hebt verwijderen.
1 Selecteer inReach > inReach weer.
2 Selecteer een weerlocatie.
OPMERKING: U kunt de verwachting voor Mijn locatie niet verwijderen.
3 Selecteer
> Verwijder.
U dient het toestel buiten te testen voordat u het op een reis gebruikt, om ervoor te zorgen dat uw
satellietabonnement actief is.
Selecteer inReach > Inreach hulpprogr. >
Wacht tot het toestel een testbericht heeft verzonden. Als u een bevestigingsbericht hebt ontvangen, is uw
toestel gereed voor gebruik.
Connected functies zijn beschikbaar voor uw Alpha toestel als u het toestel verbindt met een draadloos netwerk
of een compatibele smartphone via Bluetooth
app op uw smartphone installeren. Ga naar
BirdsEye beelden: Hiermee kunt u BirdsEye Satellite Imagery rechtstreeks naar uw toestel downloaden wanneer
u bent verbonden met een Wi‑Fi
Garmin Explore: De Garmin Explore app synchroniseert en deelt waypoints, tracks en routes met uw toestel. U
kunt ook kaarten downloaden naar uw smartphone voor offline toegang.
Tracking: Hiermee kunt u trackpunten opnemen en verzenden via het Iridium satellietnetwerk. U kunt
contactpersonen uitnodigen door een inReach bericht te verzenden vanuit het veld. Met deze functie kunnen
uw contactpersonen uw live-gegevens bekijken op een MapShare volgpagina met behulp van uw Garmin
Explore account.
Software-updates: Hiermee kunt u updates van uw toestelsoftware ontvangen wanneer u bent verbonden met
een Wi‑Fi netwerk.
Een smartphone met uw toestel koppelen
1 Blijf met uw compatibele smartphone binnen 10 m (33 ft.) van uw toestel.
2 Selecteer in het hoofdmenu op uw toestel, Stel in > Bluetooth.
3 Schakel op uw compatibele smartphone Bluetooth technologie in en open de Garmin Explore app.
4 Selecteer in de Garmin Explore app Toestellen > Koppel toestel.
5 Volg de instructies op het scherm in de Garmin Explore app om uw toestel te koppelen.
Verbinding maken met een draadloos netwerk
1 Selecteer Stel in > Wi-Fi.
2 Selecteer de schakelaar om indien nodig de Wi‑Fi technologie in te schakelen.
3 Selecteer Voeg netwerk toe.
4 Selecteer een draadloos netwerk in de lijst en voer zo nodig het wachtwoord in.
Het toestel onthoudt de netwerkgegevens voor deze locatie en maakt voortaan automatisch verbinding als u
terugkeert op de locatie.
22
Het toestel testen
VOORZICHTIG
> Testen.
Connected functies
technologie. Voor sommige functies moet u de Garmin Explore
®
garmin.com/apps
®
netwerk.
voor meer informatie.
Het toestel testen