Identificatiekabel repareren
1.
Volg de Drukontlastingsprocedure op pagina 9.
2.
Ontkoppel de eenheid van de stroombron.
3.
Verwijder 12 schroeven (24) en ringen van het
elektronicadeksel (3). Zie A
OPMERKING: De aansluitdoos hoeft niet te
worden verwijderd of gedemonteerd.
4.
Verwijder voorzichtig het elektronicadeksel (3).
Zie A
. 18 op pagina 17.
FB
Houd het deksel op zijn plaats terwijl u de identificatiekabel
loskoppelt of laat het deksel op een werkoppervlak rusten
om beschadiging van de draden en aansluitingen te
voorkomen.
3A6919A
. 17 op pagina 17.
FB
LET OP
5.
Controleer de aansluitingen van de identificatiekabel
(T). Vervang de kabel als hij is beschadigd.
OPMERKING: Zorg ervoor dat de aansluiting van
de identificatiekabel geplaatst is met de draden
naar de onderkant van het spuittoestel.
A
. 23: Identificatiekabel
FB
6.
Installeer het elektronicadeksel (3) en draai
12 schroeven (24) en ringen (43) vast.
Draai vast tot 20-27 N•m (15-20 ft-lb).
Als de draden bekneld raken bij het vastdraaien van de
dekselschroeven, treedt er schade op. Zorg ervoor dat
alle draden vóór installatie in het deksel zijn geplaatst.
Reparatie
86
LET OP
19