Probleemoplossing
Foutcodes bij
probleemoplossing
Foutcodes kunnen twee vormen hebben:
•
Alarm: wijst u op de oorzaak van het alarm en
schakelt de driver uit.
•
Afwijking: wijst u op het probleem, maar de driver
kan blijven draaien tot de ingestelde limieten zijn
overschreden en de absolute limieten van het
systeem zijn bereikt.
OPMERKING: de knippercode wordt weergegeven
met behulp van de statusindicator (L) op de driver.
De onderstaande knippercode duidt de volgorde aan.
Knippercode 2 betekent bijvoorbeeld twee keer knipperen
en een pauze, wat vervolgens wordt herhaald.
Tabel met foutcodes
Knippercode
Type fout
1
Alarm
2
Alarm
3
Alarm
3A6919A
Stappen voor probleemoplossing
Pompdalingen
De pomp daalt snel. Een onbalans in de druk tussen de slag omhoog en omlaag
van de pomp zorgt ervoor dat de pomp snel daalt.
•
Dalen van de pomp kan zich voordoen als er geen materiaal meer in de pomp
aanwezig is terwijl er met hoge druk wordt gespoten.
•
Controleer of het materiaal goed naar de pomp wordt toegevoerd.
•
Druk van de slang kan terug naar de pomp bij de slag omlaag stromen.
•
Controleer of het terugslagventiel is geïnstalleerd en goed werkt.
Spanning te laag
•
Controleer of de lijnspanning binnen het bereik valt dat is gespecificeerd op
Technische specificaties pagina 28.
•
Gebruik de netkabel die staat aanbevolen onder Voedingsvereisten in de
Installatiehandleiding van de driver.
•
Schakel de stroom uit en in, en controleer de statusindicator (L) om te zien
of de fout nog steeds actief is.
Spanning te hoog
•
Controleer of de lijnspanning binnen het bereik valt dat is gespecificeerd op
Technische specificaties pagina 28.
•
Schakel de stroom uit en in, en controleer de statusindicator (L) om te zien
of de fout nog steeds actief is.
OPMERKING: Om een foutcode te wissen schakelt u de
stoom uit met de voedingsschakelaar (S) en laat u deze
ten minste 30 seconden uit voordat u de spanning weer
inschakelt.
Stand-bymodus
Wanneer u langzaam knipperen ziet, staat de driver in
de stand-bymodus. Wanneer de driver is ingeschakeld
en onder druk staat, maar de pomp heeft geen materiaal
verplaatst, dan gaat de driver naar de stand-bymodus.
De stand-bymodus wordt in de volgende gevallen
beëindigd:
•
Er wordt materiaal afgegeven waardoor de pomp
gaat bewegen, OF
•
De drukregelknop (N) wordt versteld, OF
•
De voedingsschakelaar (S) wordt op UIT en daarna
op AAN gezet
Probleemoplossing
11