•
FS staat voor Fast Scan (Snelle scan). Deze functie vergroot of verkleint het beeld in de richting
zoals aangegeven in de bovenstaande afbeelding.
•
De fabrieksinstelling is nul (0).
•
De pijlen rechts geven de invoerrichting van het papier aan.
•
Het plusteken (+), de pijl naar boven en de rode lijn geven de richting aan waarin het beeld wordt
verplaatst als de waarde wordt verhoogd.
•
Als u een negatieve waarde selecteert (bijvoorbeeld -1,0 mm), gaat het beeld op het papier naar
beneden.
Beeldvergroting verwerkingsrichting
•
Gebruik deze functie om de beelduitrekking van zijde 1 naar zijde 2 te corrigeren. Indien nodig,
kan het beeld worden vergroot of verkleind.
•
SS staat voor Slow Scan (Langzame scan). Deze functie vergroot of verkleint het beeld in de
richting zoals aangegeven in de bovenstaande afbeelding.
•
De fabrieksinstelling is nul (0).
•
De pijlen rechts geven de invoerrichting van het papier aan.
•
Het plusteken (+), de pijl naar links en de enkele, zwarte lijn geven de richting waarin het beeld
wordt verplaatst als de waarde wordt verhoogd.
•
Als u een negatieve waarde selecteert (bijvoorbeeld -1,0 mm), dan gaat het beeld op het papier
naar rechts.
8.
Maak de gewenste aanpassingen voor de uitlijningsprofielfuncties (Registratie invoerrand,
Registratie zijkant, etc.).
Opmerking
Wij raden u aan om slechts één uittlijningsprofielfunctie te kiezen totdat u een andere serie
testpagina's hebt afgedrukt en de registratie van die afdrukken hebt geëvalueerd. Als u
meerdere uitlijningsprofielfuncties wilt selecteren, selecteert u elke functie apart, drukt u de
testpagina's voor de desbetreffende functie af en evalueert u de uitvoer. Nadat u hebt bepaald
of de uitvoer voor de geselecteerde functie acceptabel is, kunt u weer een uitlijningsprofielfunctie
selecteren en wijzigen.
Xerox DocuColor 8080 digitale pers
Handleiding voor de systeembeheerder
Uitlijningsprofielen
4-9