Lang indrukken (Long Press)
•
Raak een item op het scherm aan en houd vast. Sommige acties,
zoals het verplaatsen van een pictogram op het Home-scherm, be-
ginnen met lang indrukken.
Vegen (Swipe Up, Swipe Down, Swipe Right and Swipe Left)
•
Bij een veegbeweging drukt u met uw vinger op het scherm en sleept
u tegelijkertijd, waardoor het scherm beweegt. Wanneer u op het
Home-scherm naar links veegt, gaat u bijvoorbeeld naar het vol-
gende Home-scherm. Sleep of veeg uw vinger over het scherm in de
richting waarin u wilt gaan. Het werkt eigenlijk hetzelfde als de pijl-
toetsen links en rechts op het toetsenbord van een computer. Bij
een korte veegbeweging of flick gaat u sneller over een pagina en
veegt u met uw vinger snel in de gewenste richting op het scherm.
Knijpen (Pinch)
•
Plaats twee vingers uit elkaar op het scherm en knijp ze samen voor
uitzoomen uit een kaart. Deze functie is niet altijd beschikbaar.
Zoomen (Zoom)
•
Plaats twee vingers tegen elkaar op het scherm en schuif ze uit elk-
aar voor inzoomen. Deze functie is niet altijd beschikbaar.
De weergave draaien in kaarten (Rotate)
•
Gebruik twee vingers om de kaart met de klok mee of tegen de klok
in te draaien. Raak het kompasaanwijspictogram aan om de map
opnieuw in te stellen met het noorden boven in het scherm.
Slepen en neerzetten
•
Slepen en neerzetten is een manier om iets van de ene plek naar de
andere te verplaatsen, bijvoorbeeld een app op uw bureaublad. Als
u wilt slepen, plaatst u uw vinger op een app en houdt u deze vast.
Terwijl u uw vinger over het scherm beweegt, wordt de app over het
scherm of over verschillende schermen gesleept. Plaats uw vinger
op de plek waar u de app wilt neerzetten en laat uw vinger los. De
app wordt dan neergezet.
VOORZICHTIG
Kras niet op het aanraakscherm, tik niet met iets scherps op het
scherm en laat het aanraakscherm niet in contact komen met water.
Raak het scherm niet aan als het glas is gebarsten of stuk is.
Nederlands
9