4.2. Bediening werktuigvergrendeling
Zie voor meer informatie over aansluiten/loskoppelen van een bak
de gebruiksaanwijzing voor het draaikantelstuk.
Raadpleeg voor draaikantelstukken met SS9 SQ de
gebruiksaanwijzing van de machine.
Zie voor draaikantelstukken met SS9 IQ paragraaf 4.1. Bediening
4.3. Programmakeuze
In deze paragraaf wordt beschreven hoe de programma's worden ingeschakeld.
1
ec1
2
X2
ec1
3
ec1
4
3 sec.
ec1
Uitleg van monostabiele en bistabiele stand:
Monostabiel houdt in dat een knop die wordt losgelaten naar de voorgaande functie
terugkeert. Bistabiel houdt in dat een knop die wordt losgelaten in de ingedrukte stand
blijft staan, totdat een andere knop wordt ingedrukt.
Programma 1
Programma 2
Programma 3
Houd EC1 ingedrukt wanneer de machine
onder spanning is. Wacht tot de zoemer stopt
en dan tweemaal piept.
Druk tweemaal op EC1
De zoemer piept tussen elke programmawissel
Om de programmaselectie op te slaan:
Houdt EC1 ingedrukt totdat de zoemer 2 keer
klinkt.
Kantelen en Extra 1+2 worden bistabiel geschakeld met
knop 1. Beide extra aansluitingen werken altijd parallel.
Extra 1-2 worden monostabiel ingeschakeld wanneer de
bestuurder knop 1 indrukt en vasthoudt.
Drie knoppen worden gebruikt voor bistabiele schakeling
tussen Kantelen, Extra1 en Extra2.
19
4 Bediening