Algemene bedieningshandleiding
De afgebeelde algemene bedieningshandleiding wordt bij elke brander geleverd. Het document is op DIN A5
karton gedrukt en heeft een bevestigingsoog. Deze bedieningshandleiding dient de gebruiker van de
installatie uiterlijk bij de aflevering van de installatie te worden uitgereikt met de aanwijzing deze in de
verwarmingsruimte te bewaren.
Aanbevolen wordt om de handleiding op een duidelijk zichtbare plaats in de verwarmingsruimte op te
hangen.
Deze brander dient in overeenstemming met de geldende voorschriften te worden ingebouwd en mag alleen in goed
geventileerde ruimten worden gebruikt.
De instructies voor het inbouwen en gebruik van de brander dienen te worden opgevolgd.
Vóór het in bedrijf nemen:
1. Controleren of verwarmingsinstallatie geheel met water gevuld is.
2. Voor permanente aanvoer van frisse lucht en stofvrij bedrijf in de verwarmingsruimte zorgen.
In bedrijf nemen:
1. Hoofdschakelaar stroomvoorziening inschakelen.
2. Gaskraan openen.
3. Ketelthermostaat op de gewenste temperatuur instellen.
4. Kamerthermostaat op de gewenste temperatuur instellen.
Zodra de stroom- en gastoevoer actief zijn begint de branderventilator te lopen. Na ongeveer 30 seconden gaat de gasvlam
aan.
Gebruik verwarming:
Als de ingestelde temperatuur is bereikt, schakelt de brander uit en slaat bij nieuwe vraag naar verwarming weer
automatisch aan.
De brander kan zonder bezwaar jarenlang ingeschakeld blijven, zolang de voorgeschreven onderhoudswerkzaamheden
van de verantwoordelijke onderhoudsdienst regelmatig worden uitgevoerd. Ook bij langere afwezigheid (bijv. vakantie) hoeft
de brander niet uitgeschakeld te worden; het is voldoende om de kamerthermostaat lager in te stellen.
Buitengebruikstelling:
Als de verwarmingsinstallatie niet tevens als warmwatervoorziening dient, wordt de brander gedurende de zomermaanden
uitgeschakeld.
1. Hoofdschakelaar stroomvoorziening uitschakelen.
2. Gaskraan sluiten.
Storingen:
Als de brander niet aanslaat, probeer dan het volgende:
1. Storingsknop indrukken.
2. Controleren of de gaskraan is geopend.
3. Controleren of de hoofdschakelaar voor elektriciteitsvoorziening is ingeschakeld.
4. Controleren of de ketelthermostaat en kamerthermostaat vragend zijn ingesteld, de ingestelde waarde dient hoger te
zijn dan de feitelijke temperatuur.
5. Nogmaals de storingsknop indrukken.
Als de installatie nog niet in werking treedt, neem dan contact op met de betreffende klantenservice. In geen geval zelf
iets aan de brander veranderen.
Onderhoud en service:
Alleen met het vereiste regelmatig onderhoud kan een storingsvrije en veilige werking worden gewaarborgd. De firma die
de installatie heeft verzorgd zal ook het onderhoud graag voor haar rekening nemen.
In verwarmingsruimte op goed zichtbare plaats ophangen!
Bedieningshandleiding
Gasbrander
dreizler BA A 1053 - Pagina 11
A 69 - 1.02
geldig vanaf
01.02.02