2
Veiligheid
2.1
Gebruik volgens de voorschriften
Uitsluiting van
garantie en
aansprakelijkheid
2.2
Doelgroep
2.3
Algemene veiligheidsvoorschriften
Neem te allen tijde vóór inbedrijfstelling de volgende veiligheidsvoorschriften in acht.
In dit hoofdstuk worden de veiligheidsvoorschriften beschreven die u voor een veilig gebruik
zonder gevaren van de onderwatermotoren in acht moet nemen. Hierin wordt tevens gewezen op
mogelijke bronnen van gevaar en de vereiste veiligheidsmaatregelen.
Onderwatermotoren van Franklin Electric zijn uitsluitend bestemd om te worden ingebouwd in een
machine en om deze machine onder water aan te drijven. Deze motoren mogen pas in bedrijf worden
gesteld als deze machine voldoet aan de bepalingen van de relevante richtlijnen en wettelijke
voorschriften.
Inbouwpositie: Verticaal (montage uitsluitend met as naar boven. Maximaal één trap verschil tussen
omvang van de motor en de pomp toegestaan, bijv. 6" motor met 8" pomp). Horizontaal (alleen
toegestaan als de pomp in overeenstemming is met de omvang van de motor, bijvoorbeeld 6" motor
met 6" pomp). De opbouw van het aggregaat moet zorgen voor voldoende axiale belasting van de
motor
De onderwatermotoren mogen uitsluitend in schone, dunne vloeibare media worden gebruikt, zoals
drink- en tapwater.
Het is niet toegestaan de motoren te gebruiken in lucht, licht ontvlambare, explosieve media en
afvalwater.
Franklin Electric is niet aansprakelijk voor schade ten gevolge daarvan afwijkend gebruik
dat niet volgens de voorschriften is. Het risico hiervoor ligt uitsluitend bij de gebruiker.
De elektrische installatie mag uitsluitend worden uitgevoerd door deskundig personeel
(elektriciens of monteurs voor elektrische bedrijfsinstallaties).
Voer geen andere werkzaamheden uit aan de motor dan de in deze handleiding beschreven
•
werkzaamheden.
Gebruik de motor uitsluitend onder water (motor en korte kabel van de motor moeten volledig onder
•
water staan).
•
Voer geen veranderingen of ombouwwerkzaamheden aan de motor of de bijbehorende elektrische
aansluitingen uit.
•
Open de motor niet.
•
Gebruik de motor niet met beschadigde aggregaten of onderdelen.
•
Voer alleen werkzaamheden uit als de motor stilstaat. Voer geen werkzaamheden of controles uit
als de motor is ingeschakeld.
•
Schakel de motor vóór alle werkzaamheden spanningsvrij.
•
Zorg ervoor dat niemand de spanning onbedoeld weer kan inschakelen tijdens werkzaamheden
aan de motor.
Werk niet aan elektrische installaties als het onweert.
•
•
Zorg ervoor dat de veiligheids- en beschermingsvoorzieningen onmiddellijk na voltooiing van de
werkzaamheden weer volledig worden aangebracht en in werking worden gesteld.
Controleer alvorens de motor in te schakelen, of alle elektrische aansluitingen en
•
veiligheidsvoorzieningen zijn gecontroleerd en of alle veiligheidsvoorzieningen correct zijn
ingesteld.
•
Zorg ervoor dat niemand ongehinderd bij gevaarlijke plekken kan (bijvoorbeeld draaiende
onderdelen, aanzuigpunten, drukuitgangen, elektrische aansluitingen).
•
Neem de vereiste voorwaarden voor inbedrijfstelling in acht die de fabrikant van de pomp opgeeft.
•
Markeer motoren of aggregaten uit vervuilde media alvorens deze aan derden door te geven
(bijvoorbeeld om ze ter reparatie op te sturen). Let op eventuele resten in "dode ruimten"
(membraandeksel).
Markeer vervuilde motoren of aggregaten alvorens deze aan derden door te geven
•
(bijvoorbeeld om ze ter reparatie op te sturen).
•
Reparaties mogen alleen door bevoegde vakbedrijven worden uitgevoerd. Gebruik alleen
originele reserve-onderdelen.
Herwikkelbare onderwatermotoren
2 Veiligheid
15