6. Gebruik de inbussleutel om de schroef linksom los te draaien. Verwijder de buitenflens en
het zaagblad.
7. Reinig beide flenzen en vervang het zaagblad.
Opmerking: De pijlen voor de draairichting van het zaagblad en zaag moet worden
uitgelijnd!
8. Vervang de buitenflens op zodanige wijze zodat de pennen in de uitsparingen van de
binnenflens vallen.
9. Druk op en houd de spindelafleider ingedrukt en draai de schroef vast. Druk op de
vergrendelingschakelaar (1) om de behuizing weer omhoog te draaien.
GELEIDERAIL(S) EN KLEMMEN (OPTIONEEL)
De geleiderails maken precieze en zuiver rechte zaagsneden, verstekzaagsneden en fitting
mogelijk. De rails beschermen ook het oppervlak van het werkstuk tegen schade.Bevestiging
met de klemmen zorgt voor een stevige grip en veilig werk.
1. Ontgrendel de klemmen door op de ontgrendelingsknoppen te drukken. Open de klemmen
in overeenstemming met de dikte van het werkstuk.
2. Plaats de geleiderail op het werkstuk en zet de geleiderail met de klemmen vast. Schuif de
balk in de groef van de geleiderail en draai de klem met de hendel vast. Opmerking: Plaats
de geleiderail met de zwarte schuimstroken op het werkstuk.
21