CORRECT WERKEN MET DE INVALZAAG
• Houd altijd de invalzaag met beide handen aan de handgrepen (3 en 12) vast.
• Geleid altijd de invalzaag vooruit. Trek de invalzaag nooit terug!
• Plaats de invalzaag met het voorste deel van de bodemplaat (4) op het werkstuk. Geleid de
invalzaag alleen tegen het werkstuk tijdens het gebruik.
• Met de juiste snelheid vooruit voorkomt u oververhitting van het zaagblad en het smelten
tijdens het zagen van kunststoffen.
RECHTE ZAAGSNEDEN (90° ZAGEN)
1. Draai beide draaiknoppen (7) los en draai de zaag naar de 0°-positie op de schaal. Draai
de draaiknoppen opnieuw vast.
2. Draai de keuzeschakelaar (17) naar de invalzaagfunctie.
3. Stel de gewenste invaldiepte in. Zorg ervoor dat de compensatiehendel (9) van de
geleiderail omhoog staat wanneer de invalzaag zonder geleiderail wordt gebruikt.
4. Druk op de vergrendelingschakelaar (1) en de "AAN/UIT"-schakelaar (2) om de zaag in te
schakelen en duw de motor naar beneden. Geleid de invalzaag vooruit om te zagen.
VERSTEKZAGEN (MAXIMAAL 48°)
1. Draai eerst beide draaiknoppen (7) los en draai de invalzaag naar de gewenste
graadverdeling. Draai de draaiknoppen opnieuw vast.
2. Schakel de invalzaag in.
3. Draai de keuzeschakelaar (17) naar de invalzaagfunctie.
4. Stel de gewenste invaldiepte in. Zorg ervoor dat de compensatiehendel (9) van de
geleiderail in de omhoogpositie staat wanneer de invalzaag zonder geleiderail wordt gebruikt.
5. Druk op de vergrendelingschakelaar (1) en de "AAN/UIT"-schakelaar (2) om de zaag in te
schakelen en duw de motor naar beneden. Geleid de invalzaag vooruit om te zagen.
De zaagindicator (14) toont het zaagpad voor 90° en 45° verstekzagen (zonder de geleiderail
te gebruiken).
18