Inhoudsopgave
Advertenties
U moet de auto ondersteunen op zijn rok of brug door het midden van het rubberen chassis te
plaatsen, zodat het steungebied perfect gecentreerd is. Wanneer het voertuig de grond verlaat
(100-150 mm), schudt u de auto een beetje om te controleren of de lift veilig te bedienen is.
Er mag niemand onder de auto worden toegelaten wanneer de lift in werking is.
Als de lift de gewenste hoogte heeft bereikt, moet deze in de veiligheidsstand worden gezet.
Medewerkers kunnen dan aan het werk.
Voordat de auto wordt neergelaten, moet u ervoor zorgen dat alles onder de auto, de kraag en op de
grond onder de wieg is opgeruimd. Het hele werkgebied moet worden opgeruimd.
Controleer wekelijks alle beweegbare delen, smeer de glijblokken en zorg dat de werkende delen
gesmeerd zijn en goed gepositioneerd zijn.
Breng de hefkraag naar de laagste stand en controleer de olie in de olietank. Zorg ervoor dat de tank
Als er onopgeloste problemen zijn, neem dan contact op met de after-sales service-afdeling van ons
bedrijf of ons lokale agentschap.
Onderhoud en verzorging
Alleen geschoold personeel dat weet hoe de lift werkt, mag de lift onderhouden.
9.1 Schoonhouden
De lift moet regelmatig worden schoongeveegd om netheid te behouden. Schakel voor het afvegen
eerst de stroomtoevoer uit.
Het werkgebied rond de lift moet worden geveegd. Als zich grote hoeveelheden vuil ophopen, zal dit
de slijtage van de machine versnellen en de natuurlijke levensduur verkorten.
9.2 Regelmatige controles
9.2.1 Controleer de veiligheidsvoorzieningen van de lift elke dag voor het werk. De magneten moeten
normaal werken, de borgplaat moet op zijn plaats zitten, de montageplaat van de liftkraag moet vrij zijn
van schade, enz. Als u iets abnormaals ontdekt, voer dan onmiddellijke aanpassingen, reparaties of
wijzigingen uit.
9.2.2 Controleer dagelijks of de ruimte tussen de kraagketting en de hydraulische cilinders correct is.
Controleer of de platte ketting en de moer die deze met de kraag verbindt los of losgeraakt zijn.
9.2.3 Aansluitingen op de staalkabel moeten normaal zijn en de kabel moet de juiste spanning
hebben.
9.3 Onderhoud van het hydraulisch systeem
9.3.1 Reiniging, olieverversing
Drie maanden na het eerste volledige gebruik van de lift, reinig de olietank en ververs de olie. Daarna
eenmaal per half jaar het hydraulisch systeem reinigen en olie verversen.
9.3.2 Vervangen van de afdichtingen
Voer een grondige inspectie uit nadat de lift een tijdlang is gebruikt en als u olielekkage constateert.
Als de lekkage te wijten is aan slijtage van de afdichtingen, vervang dan de onderdelen onmiddellijk
volgens de voorschriften.
Advertenties
Inhoudsopgave
