Standaard en montage
De pomp is heel zwaar (zie Technische specificaties
op pagina 16 voor specifieke gewichten).
Als de pomp moet worden verplaatst, volg de
Drukontlastingsprocedure op pagina 13 en laat
de pomp door twee mensen bij het uitlaatspruitstuk
optillen of gebruik geschikte hefuitrusting. Laat de
pomp nooit door één persoon verplaatsen of optillen.
Bij pompen die met een standaard worden geleverd,
moet de pomp op de standaard worden gemonteerd
voordat hij op het montageoppervlak wordt bevestigd.
Zorg ervoor dat de pomp stevig op de standaard is
bevestigd.
1. Zorg ervoor dat het montagevlak effen is en voldoende
stevig is om het gewicht te dragen van de pomp,
leidingen en toebehoren, en de mechanische
belasting die door het werken van de pomp ontstaat.
2. Monteer het geheel van pomp en standaard op
een effen oppervlak en bevestig het geheel op
het montagevlak. Zie voor afmetingen van de
montagegaten voor uw pomp de Technische
specificaties, pagina 16.
OPMERKING: Bevestig de pomp zodanig dat het
luchtklepdeksel, de luchtinlaat en de inlaat- en
uitlaatpoorten voor vloeistof goed bereikbaar zijn,
zodat gebruik en onderhoud eenvoudig zijn.
3A7252D
Luchtleiding
Uw systeem moet zijn voorzien van een zelfontlastend
hoofdluchtventiel (B) om lucht te laten ontsnappen die
tussen dit ventiel en de pomp is blijven zitten. Opgesloten
lucht kan de pomp onverwachts in werking zetten. Dit
kan ernstig letsel tot gevolg hebben, zoals het spatten
van vloeistof in de ogen of op de huid. Zie A
1. Installeer de luchtleidingstoebehoren zoals
aangegeven in Afb. A
luchtleiding die de toebehoren voedt is geaard.
a. Installeer een luchtregelaar (C) en
luchtdrukmeter (V) om de vloeistofdruk te
regelen. De vloeistofuitlaatdruk zal hetzelfde
zijn als de instelling van de luchtregelaar.
b. Plaats één zelfontlastend hoofdluchtventiel (B)
dicht bij de pomp en gebruik het om opgesloten
lucht te laten ontsnappen. Plaats het andere
hoofdluchtventiel (E) stroomopwaarts van alle
toebehoren voor de luchtleiding en gebruik
die om de toebehoren af te sluiten tijdens
schoonmaak- en reparatiewerkzaamheden.
c. Het luchtleidingfilter (F) verwijdert schadelijk vuil
en vocht uit de aangevoerde perslucht.
2. Monteer een geleidende, buigbare luchtleiding (A)
tussen de toebehoren en de 3/4 npt(f) luchtinlaat
van de pomp (M).
Installatie
. 2.
FB
. 2. Controleer of de
FB
9