Installatie
Vloeistofaanzuig- en
-uitlaatleidingen
Voor optimale afdichtingsresultaten moet u een standaard
sanitaire Tri-Clamp of DIN-pakking van een flexibel
materiaal gebruiken, zoals EPDM, Buna-N, fluorelastomeer
of siliconen.
LET OP: Voor naleving van de hygiënische 3-A-normen
moeten er specifieke pakkingen op DIN-aansluitingen
worden gebruikt. Zie CCE Coordination Bulletin Number
2011-3.
1. Installeer buigbare, geleidende vloeistofleidingen
(G en L).
2. Installeer een vloeistofafvoerventiel (J) vlakbij
de vloeistofuitlaat van de pomp. Zie A
Er moet een vloeistofafvoerventiel (J) in uw systeem
zijn aangebracht om de druk te ontlasten als de
vloeistofuitlaatleiding verstopt is. Het afvoerventiel
vermindert het risico van ernstig letsel, bijvoorbeeld
door vloeistofspatten in de ogen of op de huid, bij het
ontlasten van de druk.
3. Installeer een vloeistofafsluitventiel (K)
in de vloeistofuitlaatleiding (L) na het
vloeistofafvoerventiel (J).
OPMERKING: Om het beste resultaat te verkrijgen,
moet u de pomp altijd zo dicht mogelijk bij de
materiaalbron installeren. Zie de Technische
specificaties, pagina 16 voor de maximale
aanzuighoogte (nat en droog).
LET OP
De pomp kan beschadigd raken als er geen flexibele
vloeistofleidingen worden gebruikt. Wanneer er
onbuigbare vloeistofleidingen in uw systeem worden
gebruikt, moet u een korte buigbare en geleidende
vloeistofleiding op de pomp aansluiten.
10
Tips om cavitatie te verminderen
Cavitatie in een membraanpomp is het ontstaan
en knappen van belletjes in de verpompte vloeistof.
Frequente of overmatige cavitatie kan ernstige schade
veroorzaken, waaronder het ontstaan van putjes en
vroegtijdige slijtage van vloeistofkamers, kogels en
zittingen. Ook kan de efficiëntie van de pomp afnemen.
De schade door cavitatie en de afgenomen efficiëntie
kunnen leiden tot hogere bedrijfskosten.
Cavitatie is afhankelijk van de dampdruk van de verpompte
vloeistof, de zuigdruk van het systeem en de stuwdruk.
Het verschijnsel kan worden beperkt door één van deze
factoren te veranderen.
1. Dampdruk verminderen: Verlaag de temperatuur
van de verpompte vloeistof.
. 2.
FB
2. Zuigdruk verhogen:
a. Zorg dat de pomp lager is geplaatst dan het
b. Verminder de wrijvingslengte van de zuigleidingen.
c. Vergroot de diameter van de zuigleidingen.
d. Zorg dat de inlaatdruk van de vloeistof niet
3. Snelheid van de vloeistof verlagen: Vertraag de
cyclussnelheid van de pomp.
De viscositeit van de verpompte vloeistof is ook
heel belangrijk, maar wordt meestal bepaald door
procesafhankelijke factoren en kan niet worden
veranderd om de cavitatie te verminderen. Viskeuze
vloeistoffen zijn moeilijker te verpompen en veroorzaken
sneller cavitatie.
Graco adviseert om met alle bovenstaande factoren
rekening te houden bij het ontwerpen van uw systeem.
Om de pompefficiëntie te handhaven, dient u voldoende
lucht aan de pomp toe te voeren om het gewenste
debiet te behalen.
Graco-distributeurs kunnen specifieke suggesties voor
uw bedrijf doen om de pompprestaties te verbeteren en
de bedrijfskosten te verlagen.
vloeistofniveau in het toevoersysteem.
Onthoud dat fittingen wrijvingslengte aan de
leiding toevoegen. Verminder het aantal fittingen
om de wrijvingslengte te beperken.
hoger is dan 25% van de uitgaande werkdruk.
3A7252D