Overzichtsgrafiek van de prestaties
Pomp getest in water met
een ondergedompelde inlaat
LUCHTDRUK
C luchtdruk van 7 bar (100 psi, 0,7 MPa)
B luchtdruk van 4,8 bar (70 psi, 0,48 MPa)
A luchtdruk van 2,8 bar (40 psi, 0,28 MPa)
De vloeistofuitlaatdruk berekenen
(psi/MPa/bar) bij een specifieke vloeistofstroom
(gpm/lpm) en bedrijfsluchtdruk (psi/MPa/bar):
1. Zoek de stroomsnelheid van de vloeistof onder in de
grafiek.
2. Volg de verticale lijn tot het snijpunt met de gekozen
kromme voor de vloeistofuitlaatdruk.
3. Volg de schaal naar links en lees daar de vloeistofuit-
laatdruk af.
3A7252D
140
(9.7, 0.97)
120
(8.3, 0.83)
100
(6.9, 0.69)
80
(5.5, 0.55)
60
(4.1, 0.41)
40
(2.8, 0.28)
20
(1.4, 0.14)
0
0
50
(189)
MATERIAALDOORSTROMING: gallon/m (l/m)
350
(9.36)
300
(8.03)
250
(6.70)
200
(5.36)
150
(4.02)
100
(2.68)
50
(1.34)
0
0
50
(189)
MATERIAALDOORSTROMING: gallon/m (l/m)
De luchtdruk van de pomp berekenen
(scfm of m
(gpm/lpm) en bedrijfsluchtdruk (psi/MPa/bar):
1. Zoek de stroomsnelheid van de vloeistof onder in de
grafiek.
2. Volg de verticale lijn tot het snijpunt met de gekozen
kromme voor het luchtverbruik.
3. Volg de schaal naar links en lees daar de materiaalu-
itlaatdruk af.
Technische specificaties
C
B
A
100
150
200
(379)
(568)
(757)
C
B
A
100
150
200
(379)
(568)
(757)
3
/min) bij een specifieke vloeistofstroom
250
300
(946)
(1136)
250
300
(946)
(1136)
17