de leidingen niet opnieuw ge-
bruiken. U mag de slangen niet
verlengen!
• Sluit uw product altijd aan op
de koude waterinlaat. Voer de
installatie niet uit op de warm
waterinlaat. De druk van de
koud waterinlaat mag maxi-
maal 80 PSi (550 kPa) bedra-
gen. Als uw waterdruk hoger is
dan 80 PSI of een waterimpact
effect heeft, moet u een druk-
begrenzer gebruiken op uw wa-
terleiding. Doe beroep op pro-
fessionele loodgieters als u
niet weet hoe u uw waterdruk
kunt verlagen.
• De hoge druk kan schade ver-
oorzaken aan de slangaanslui-
tingen en een risico inhouden
van overstromingen.
• U moet de nodige voorzorgs-
maatregelen nemen tegen het
risico van bevriezende slan-
gen. De interval van het bedrijf-
stemperatuur van het water
moet minimaal 0,6 °C (33 °F)
en maximaal 38 °C (100 °F) be-
dragen. Er bestaat een risico
van overstromingen als de
slang gebarsten/doorboord is.
1.7
de bewaring van
etenswaren
Let op de volgende waarschu-
wingen om te vermijden dat uw
etenswaren zouden bederven:
• De deur langdurig open laten
kan de temperatuur in het pro-
duct doen stijgen.
• Reinig de toegankelijke afvoer-
systemen die in contact ko-
men met de etenswaren regel-
matig.
• Reinig de waterreservoirs als
ze niet zijn gebruikt gedurende
48 uur en systemen met een
verbinding met het waternet
die niet zijn gebruikt geduren-
de meer dan 5 dagen.
• Bewaar rauw vlees- en vispro-
ducten in de geschikte vakken
in het product. Zo kunnen deze
niet druppelen of in contact ko-
men met andere etenswaren.
• Twee vriesvakken worden ge-
bruikt om voorgevulde etens-
waren te bewaren en om ijs en
roomijs te maken en te bewa-
ren.
• Een-, twee- en drie-sterren
compartimenten zijn niet ge-
schikt om verse etenswaren in
te vriezen.
• Als het koelproduct gedurende
een lange tijd leeg is gelaten,
moet u het uitschakelen, ont-
NL / 11
Veiligheid tijdens