Hoofdstuk 4: Opnametypen
Opname-instellingen configureren:
1. Klik in de menuwerkbalk op
(Coderen) >
Record
2. Selecteer de camera die u wilt configureren.
3. Configureer de volgende opname-instellingen:
•
Encoding parameters (Coderingsparameters): Selecteer een van de
streamingopties: Main stream (TL-Hi), Main stream (TL-Lo), Main stream
(Event), Main stream (Alarm) of Substream.
•
Stream type (Streamtype): Selecteer het type streaming voor het
opnemen van video of video en audio.
•
Resolution (Resolutie): Selecteer de resolutie van de opname. De
volgende opties zijn beschikbaar: 4CIF, 2CIF, CIF, QCIF en 960H.
•
Bit rate type (Bitsnelheidstype): Selecteer Constant (Constante) of
(Variable) variabele.
•
Video quality (Videokwaliteit): Selecteer de kwaliteit voor opnemen. Indien
"Constant" is geselecteerd als bitsnelheidstype, is deze optie niet beschikbaar.
•
Frame rate (Framesnelheid): Selecteer de framesnelheid van de opname.
Welke opties beschikbaar zijn, is afhankelijk van de geselecteerde
resolutie.
•
Max bit rate mode (Modus max. bitsnlh): Selecteer de algemene
standaardoptie of de aangepaste optie.
20
Video Schedule
(Opnemen)
(Videoplanning) >
Encoding
TruVision DVR 12 Gebruikershandleiding