Bediening
Bediening
Bediening
Bevestigingen aanspannen
aanspannen
Bevestigingen
Bevestigingen
aanspannen
Voordat de pomp gemonteerd en voor het eerst
gebruikt wordt, moeten alle externe bevestigingen
worden gecontroleerd en aangespannen. Volg
Koppelinstructies, page 49
met de aandraaimomenten op uw pomp. Trek de
bevestigingen na de eerste gebruiksdag opnieuw
aan.
Initiële configuratie
configuratie (AC
Initiële
Initiële
configuratie
Configureer de VFD volgens de informatie op het
naamplaatje van de motor.
OPMERKING:
OPMERKING: Als u gebruik maakt van de
OPMERKING:
Graco-VFD (onderdeel 16K911 of 16K912) met de
standaard Graco AC-inductiemotor, gebruikt u de
volgende instellingen.
Menu
Menu
Menu
P108
P171
Initiële
Initiële configuratie
Initiële
configuratie
configuratie (BLDC
Graco
Graco - - - motorbesturing)
Graco
motorbesturing)
motorbesturing)
Bekijk voor de initiële installatie in elk geval de
volgende menu's om het systeem te laten voldoen
aan uw specifieke eisen. Zie de referentietabel in
Instelmodus, page
34, voor gedetailleerde informatie
over elke menu-optie en de standaardwaarden. Zie
ook
Korte referentie Graco-motorbesturing, page
1. Stel de gewenste debieteenheden in in menu
G201.
2. Als de gewenste regelwijze batchdosering is, zet
u G200 op 1 en stelt u het batchdebiet in met
menu G247.
3. Ga naar Onderhoudsintervallen instellen (menu's
G230, G231 en G232). Met deze menu's
activeert u de onderhoudstellers voor drie
intervallen. Ze zijn instelbaar in miljoenen
pompcycli.
3A3660Y
of raadpleeg het kaartje
(AC met
met VFD)
VFD)
(AC
met
VFD)
Instelling
Instelling
Instelling
81
163
(BLDC met
(BLDC
met
met
4. Ga naar 'Maximaal vermogen' (Max Power
Mode) in menu G204. Hiermee geeft u aan
of de stroomlimiet 12 A of 16 A is, en u kunt
'Maximaal vermogen' wel of niet inschakelen.
Zie de uitleg daarvan in de referentietabel in
Instelmodus, page
5. Ga naar Type lekdetectie instellen (Menu G206).
Met dit menu kunt u aangeven hoe het systeem
moet reageren als een lekkage wordt opgemerkt.
6. Volg de geschikte kalibratieprocedure en stel de
K-factor van de pomp in (menu G203). Met deze
procedure en dit menu stelt u in hoeveel vloeistof
de pomp per cyclus verplaatst, zodat het klopt
met de feitelijke prestaties van uw pomp.
De pomp
pomp spoelen
De
De
pomp
gebruik
gebruik
gebruik
De pomp is getest met water. Als het water de
vloeistof die u gaat verpompen zou kunnen vervuilen,
spoel dan de pomp grondig met een geschikt
oplosmiddel. Zie
Doorvoermodus vs.
Doorvoermodus
Doorvoermodus
ingsmodus
ingsmodus
ingsmodus
Als de luchtdruk minstens 10 psi hoger is dan
de gewenste uitlaatdruk, dan is de pomp in
doorvoermodus (transfer mode). Pulsaties worden
dan niet gedempt. Om wel pulsaties te laten dempen,
begint u met een luchtdruk die
gewenste vloeistofuitlaatdruk. Stel van daaruit de
40.
luchtdruk af ten opzichte van de vloeistofuitlaatdruk.
Bij een lagere luchtdruk is er meer pulsatiedemping.
Bij een hogere luchtdruk werkt de pomp efficiënter.
OPMERKING: In de pulsatiedempingsmodus
OPMERKING:
OPMERKING:
kan de k-factor ongeldig worden. Zie
de pulsatiedempingsgrafiek in de
Prestatieschema's, page
34).
spoelen vóór
vóór het
het eerste
spoelen
vóór
het
Doorspoelen en opslag, page
vs. pulsatiedemp-
pulsatiedemp-
vs.
pulsatiedemp-
gelijk
51.
Bediening
eerste
eerste
42.
is aan de
27