Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

E.6 Elektrische Aansluitingen; E.6.1 Elektrische Aansluitingen; E.6.2 Veiligheidsvoorzieningen - Diamond CFG101/N Installatiehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

E.6
Elektrische aansluitingen
E.6.1
Elektrische aansluitingen
BELANGRIJK
De aansluiting op het elektrische voedingsnet dient
te worden gerealiseerd volgens de geldende lande-
lijke en plaatselijke voorschriften.
Voordat de aansluiting gemaakt worden controleren of de
spanning en de
frequentie overeenkomen met hetgeen
vermeld is op het plaatje.
• Sluit het apparaat op een permanente manier aan op de
netvoeding met een kabel van het H05 RN-F-type.
• Installeer de voedingskabel in een metalen of starre kunst-
stof buis zonder snijdende delen.
Als het apparaat wordt aangesloten met gebruik van een
bestaande kabel, steek de installatiebuis dan niet in het
apparaat.
Zorg er ook voor dat de buis geen scherpe randen heeft.
• Er moeten een isolerende schakelaar met een geschikte
stroomsterkte met een contactverbrekende afstand van ten
minste 3 mm en een zekering van 16 A met vertraagde
werking van het T-type stroomopwaarts van het apparaat
worden gemonteerd.
De isolerende schakelaar moet in de buurt van het apparaat
in het permanente elektrische systeem van het perceel
worden geïnstalleerd.
• Installeer een voorziening (uitschakelbare stekker, schake-
laar die geblokkeerd kan worden of een soortgelijke
voorziening) die tijdens de onderhoudswerkzaamheden in
geopende stand geblokkeerd kan worden bovenstrooms
van het apparaat.
• Sluit het apparaat aan op een efficiënt aardingssysteem.
De aardingsgeleider moet daarvoor worden aangesloten op
de aansluiting gemarkeerd met het symbool
aansluitpaneel.
• Het apparaat moet daarnaast worden aangesloten op een
equipotentiaalbindingssysteem.
• Neem
het
apparaat
equipotentiaalsysteem.
Deze aansluiting wordt uitgevoerd met de stopschroef
gemarkeerd
, die op de buitenkant zit, dichtbij de ingang
van de voedingskabel.
De equipotentiaaldraad moet een minimale doorsnede
hebben van 10 mm.
2
.
E.6.1.1 Installatie voedingskabel
Om de voedingskabel op de apparatuur aan te sluiten,
gaat u als volgt te werk:
1. Draai de twee schroeven "V" los waarmee het aansluit-
paneel "P"is vastgezet onder het apparaat aan de
linkervoorzijde;
2. Voer de elektriciteitskabel door de kabelkleminlaat "B";
3. Sluit de kabel aan op het aansluitpaneel "A" zoals te zien
is in de onderstaande afbeelding;
4. Zet hem vast met de bijbehorende kabelklem;
5. Monteer het paneel "P" terug en zet hem vast met de
bevestigingsschroeven.
op het
eveneens
op
in
een
Aansluitpaneel type 1 – voor elektrische modellen
B
Aansluitpaneel type 2 – voor gasmodellen
B
BELANGRIJK
De fabrikant wijst elke verantwoordelijkheid van de
hand als niet wordt voldaan aan de bestaande
normen voor het voorkomen van ongelukken.
PAS OP
Als de spanningskabel beschadigd is,
moet hij vervangen worden door de fabri-
kant, de servicemonteur van de fabrikant
of vergelijkbaar gekwalificeerde personen,
teneinde gevaar te vermijden.
E.6.2
Veiligheidsvoorzieningen
De
apparatuur
is
voorzien
veiligheidsvoorzieningen:
Veiligheidszekering
• Deze bevindt zich achter het bedieningspaneel (zie het
elektrische-bedradingsschema). Vervanging:
1. schroef de kap los;
2. vervang de gesprongen zekering door een andere van
hetzelfde type.
het juiste type staat aangegeven op het plaatje van de
zekering.
Veiligheidsthermostaat ovenruimte
• Deze is achter het bedieningspaneel gemonteerd (hand-
matig terug te stellen).
De veiligheidsthermostaat schakelt de stroomvoorziening
naar het convectieverwarmingssysteem uit.
BELANGRIJK
De thermostaat mag alleen door gekwalificeerde
technici teruggesteld worden nadat eerst de
oorzaak van de fout is weggenomen.
V
A
P
V
A
P
van
de
volgende
29

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

697016

Inhoudsopgave