De Smart-modus gebruiken
•
Voor de beste resultaten bij het vastleggen van panoramafoto's moet u het
volgende vermijden:
-
de camera te snel of te langzaam bewegen.
-
de camera te weinig bewegen om het volgende beeld vast te leggen.
-
de camera met ongelijkmatige snelheden bewegen.
-
de camera schudden.
-
opnemen op donkere locaties.
-
bewegende onderwerpen in de buurt vastleggen.
-
opnameomstandigheden waar de helderheid of kleur van het licht verandert.
•
Gemaakte foto's worden automatisch opgeslagen en het opnemen wordt
gestopt onder de volgende omstandigheden:
-
als u de opnamerichting wijzigt wanneer u opneemt
-
als u de camera te snel beweegt
-
als u de camera niet beweegt
•
Als u de Panoramamodus selecteert, worden de digitale en optische
zoomfuncties uitgeschakeld. Als u de Panoramamodus selecteert terwijl de lens
is ingezoomd, zoomt de camera automatisch uit naar de standaardpositie.
•
Bepaalde opnameopties zijn niet beschikbaar.
•
De camera kan de opname stoppen vanwege de compositie van de opname of
beweging van het onderwerp.
•
Mogelijk legt de camera de laatste scène niet volledig vast als u de
camerabeweging exact stopt op het punt waar u de scène wilt beëindigen. Als
u de volledige scène wilt vastleggen, beweegt u de camera iets verder dan het
punt waar u de scène wilt eindigen.
54
Uitgebreide functies