5.2
Rijmodus
Taak
- Snel/langzaam-schakelaar eventueel op
"haas" zetten.
- Rijsnelheidknop op nul zetten.
- Rijhendel op maximum zetten.
Bij uitzwenking van de rijhendel heeft
f
de machine al een geringe voortstu-
wing!
- Gewenste rijsnelheid instellen m.b.v. de rij-
snelheidknop.
- Machine stopzetten: rijhendel op de mid-
delste stand zetten en de rijsnelheidknop
op nul zetten.
Bij noodsituaties de noodstopknop indrukken!
f
Toetsen
C 11 17