Inhoudsopgave
Advertenties
De referentieletters en -nummers in de tekst verwijzen naar
Afb. 1 en 2 en naar de onderdelentekening op bladzijde 10.
Installeer een luchtfilter (A) om schadelijk vuil en vocht
te verwijderen uit de toegevoerde perslucht. Installeer
een hoofdluchtafsluitkraan (B) om de snelheidsbegrenzer
te kunnen afzonderen voor onderhoud. Als u eigen toe-
behoren gebruikt, let op dat die de juiste maten en aan-
sluitingen hebben, en dat ze geschikt zijn voor de in het
systeem benodigde drukniveau's.
De voorbeeldinstallaties op bladzijde 4 geven slechts een
indruk van mogelijke opstellingen. Neem contact op met
uw Graco dealer of met de Technische Dienst van Graco
(zie achterpagina) voor hulp bij het ontwerpen van een
systeem dat aan uw eisen voldoet.
Installeer een snelheidsbegrenzer voor iedere gebruikte
pomp; de begrenzer kan slechts één pomp tegelijk regelen.
WAARSCHUWING
Er moet een zelfontlastende luchtkraan (C) in het
systeem aanwezig zijn. De zelfontlastende luchtkraan
laat lucht ontsnappen die is blijven zitten tussen deze
kraan en de pomp nadat de luchttoevoer is afgesloten.
Opgesloten lucht kan de pomp onverwachts aan het
werken brengen. Plaats deze kraan dicht bij de pomp.
Installatie
Aansluiten van de pompsnelheidsbegrenzer
op Kingt, Bulldogr, en Senatorr Lucht-
motoren
Detailtekening A van Afb. 1 toont de pompsnelheids-
begrenzer (D) met een Bulldogr luchtmotor, bevestigd
op een wagen. Bevestiging aan een muurconsole gaat
op dezelfde manier. Bevestig het reduceerventiel (F) tussen
de luchtmotor en de pompsnelheidsbegrenzer. Dit voorkomt
dat de begrenzer hinderlijk reageert op drukverschillen door
de slagwisseling van de luchtmotor. Gebruik de 90_ wartel-
koppeling (G, meegeleverd) om de uitlaat van de pompsnel-
heidsbegrenzer op de inlaat van het luchtreduceerventiel aan
te sluiten.
Aansluiten van de pompsnelheidsbegrenzer
op Presidentr Luchtmotoren
Detailtekeningen B en C van Afb. 1 tonen de pompsnelheids-
begrenzer (D) met een Presidentr luchtmotor, bevestigd aan
een muur en op een wagen. Indien gebruikt met een geringe
luchtstroom, zoals bij een President luchtmotor, werkt de
pompsnelheidsbegrenzer betrouwbaarder als hij tussen het
luchtreduceerventiel (F) en de luchtmotor wordt aangebracht.
Gebruik de 90_ wartelkoppeling (G, meegeleverd) om de
uitlaat van de pompsnelheidsbegrenzer op de luchtleiding.
Signaleringspoort (Zie Afb. 2)
Als de pompsnelheidsbegrenzer aanspringt, komt er druk
op de signaleringspoort (S). Met deze luchtdruk kan via een
drukgestuurd ventiel een ander toestel worden geactiveerd,
zoals een waarschuwingslamp of een alarmsignaal. De druk
op deze poort is 15% lager dan de binnenkomende lucht-
druk. Er stroomt slechts weinig lucht door de poort.
Sluit de poort af met een schroef (3) als geen signalering op
afstand wordt toegepast.
308201
3
Advertenties
Inhoudsopgave
