Spelen met verschillende tonen
4.
Selecteer een toon en druk dan op de
ENTER toets.
• Zie "Selecteren en spelen van een toon" op pagina
NL-10 voor meer informatie over het selecteren van
een toon.
5.
Selecteer de toon voor het rechter bereik.
• Gebruik de q en w pijltoetsen om "U1" te
selecteren en druk dan op de ENTER toets.
6.
Selecteer een toon en druk dan op de
ENTER toets.
• Als u lagen wilt aanbrengen voor het rechter
toetsenbord (pagina NL-18), herhaal dan de stappen
5 en 6 om de "U2" (Hoger 2) toon te selecteren.
7.
Sla een klaviertoets aan.
• Hierdoor worden de tonen weergegeven die
toegewezen waren aan de linker en rechter bereiken
van het toetsenbord.
8.
Om de toetsenbordsplitsing te annuleren en
over te schakelen naar een enkele toon
(Hoger 1), drukt u op de LAYER toets of EXIT
toets.
• Bij enkele malen indrukken van de LAYER toets
wordt er beurtelings omgeschakeld tussen ongelaagd
(één toon) en gelaagd (twee tonen).
NL-20
Wijzigen van de splitsingsinstellingen
1.
Houd de LAYER toets ingedrukt totdat het
onderstaande scherm verschijnt.
2.
Gebruik de q en w pijltoetsen om een item
te selecteren.
Display-
Beschrijving
naam
Lower
Lagere octaaf (Lower Octave).
Octave
Verandert de octaaf van de
linkerzijde (Lager) van een
gesplitst toetsenbord in
eenheden van één octaaf.
Bij een waarde van 1 of hoger
wordt het opgegeven aantal
octaven verhoogd, terwijl bij
een waarde van –1 of lager het
opgegeven aantal octaven
wordt verlaagd.
Lower
Lager volume (Lower
Volume
Volume). Stelt het
volumeniveau van de
linkerzijde (Lager) van een
gesplitst toetsenbord in.
Split
Splitspunt (Split Point). Stelt
Point
het splitspunt van het linker/
rechter toetsenbord in. De
standaardinstelling voor het
splitspunt is F#3.
Lower
Lager pedaal (Lower Pedal).
Pedal
Inschakelen (On) of
uitschakelen (Off) van de
bediening van het demppedaal
voor de toon van de linkerzijde
(Lager) van een gesplitst
toetsenbord.
3.
Gebruik de u (–) en i (+) pijltoetsen om de
instelling te veranderen.
4.
Om terug te keren naar het scherm waar u
was voordat stap 1 van deze procedure werd
uitgevoerd, drukt u op de EXIT toets.
Instelbereik
–2 t/m +2
0 t/m 127
A0 t/m C8
On
(Ingeschakeld),
Off
(Uitgeschakeld)