Tabel 2: Foutmeldingen / Impulscodes rode diagnose-LED
Impulscodes (rood)
1 impuls
2 impulsen
3 impulsen
4 impulsen
5 impulsen
6 impulsen
continu rood signaal
6.5 Veiligheidsvergrendeling met seriële diagnosefunctie SD
Veiligheidsvergrendelingen met een kabel voor seriële diagnose bezitten een seriële ingangs- en uitgangskabel in
plaats van de conventionele diagnose-uitgang. Bij de serieschakeling van veiligheidsvergrendelingen worden de
diagnostische gegevens via de serieschakeling van deze ingangs- en uitgangskabels overgedragen.
Maximaal 31 veiligheidsdvergrendelingen kunnen in serie geschakeld worden. Voor de evaluatie van de seriële
diagnose wordt de PROFIBUS Gateway SD-I-DP-V0-2 of de Universal Gateway SD-I-U-... gebruikt. Deze interface voor
seriële diagnose wordt als slave geïntegreerd in een bestaand veldbussysteem. De diagnosesignalen kunnen op die
manier via een PLC geëvalueerd worden.
De nodige software voor de integratie van de SD Gateway kan via products.schmersal.com gedownload worden.
De responsedata en de diagnosegegevens worden voor iedere veiligheidsvergrendeling in de keten automatisch en
permanent in een ingangsbyte van de PLC geschreven. De oproepgegevens voor iedere veiligheidsvergrendeling
worden telkens via een uitgangsbyte van de PLC aan de component overgedragen. Als er een communicatiefout
tussen de SD-gateway en de veiligheidsvergrendeling optreedt, dan behoudt de veiligheidsvergrendeling haar
schakeltoestand.
Fout
Storingen waardoor de veilige werking van de veiligheidsschakelcomponent niet langer gewaarborgd is (interne
storingen), leiden tot de uitschakeling van de veiligheidsuitgangen binnen de risicotijd. De fout wordt gereset, als
de oorzaak wegvalt en bit 7 van de oproepbyte van 1 in 0 wijzigt of de deur geopend wordt. Storingen aan de
veiligheidsuitgangen worden pas na de volgende vrijgave gewist, omdat de foutoplossing niet eerder gedetecteerd
kan worden.
Foutwaarschuwing
Een storing die de veilige werking van de veiligheidsschakelcomponent niet onmiddellijk in gevaar brengt (bijv. te
hoge omgevingstemperatuur, externe potentiaal aan veiligheidsuitgang, dwarssluiting) leidt tot een vertraagde
uitschakeling (zie Tabel 2). Deze signaalcombinatie "diagnose-uitgang uitgeschakeld" en "veiligheidsuitgangen nog
altijd ingeschakeld" kan gebruikt worden om de machine op een gecontroleerde manier te stoppen.
Benaming
Fout(waarschuwing) aan
uitgang Y1
Fout(waarschuwing) aan
uitgang Y2
Fout(waarschuwing)
dwarssluiting
Fout(waarschuwing)
temperatuur te hoog
Fout Bediensleutel
Fout draaikruis
Interne fout
autonome uitschakeling na
30 min
30 min
30 min
30 min
0 min
0 min
0 min
30-32
Foutoorzaak
Fout in uitgangstest of spanning
aan uitgang Y1, hoewel de
uitgang uitgeschakeld is
Fout in uitgangstest of spanning
aan uitgang Y2, hoewel de
uitgang uitgeschakeld is
Dwarssluiting tussen de
uitgangskabels of fout aan de
beide uitgangen
De temperatuurmeting toont
een te hoge interne
temperatuur
Foutieve of defecte
bediensleutel, beugelbreuk
Draaikruis in ongeoorloofde
tussenpositie'
Toestel defect