Fout
Storingen waardoor de veilige werking van de veiligheidsschakelcomponent niet langer gewaarborgd is (interne
storingen), leiden tot de uitschakeling van de veiligheidsuitgangen binnen de risicotijd. Na het elimineren van de
fout wordt de foutmelding gereset door het openen en opnieuw sluiten van de bijbehorende veiligheidsdeur.
Foutwaarschuwing
Een storing die de veilige werking van de veiligheidsschakelcomponent niet onmiddellijk in gevaar brengt (bijv. te
hoge omgevingstemperatuur, externe potentiaal aan veiligheidsuitgang, dwarssluiting) leidt tot een vertraagde
uitschakeling (zie Tabel 2). Deze signaalcombinatie "diagnose-uitgang uitgeschakeld" en "veiligheidsuitgangen nog
altijd ingeschakeld" kan gebruikt worden om de machine op een gecontroleerde manier te stoppen.
Een foutwaarschuwing wordt verwijderd als de fout-oorzaak opgeheven wordt.
Als de foutwaarschuwing 30 minuten actief is, worden ook de veiligheidsuitgangen uitgeschakeld (rode LED
knippert, zie Tabel 2).
Gedrag van de diagnose-uitgang in het voorbeeld van een vergrendeling met ruststroomprincipe
Ingangssignaal magneetaansturing
Normale afloop, deur werd vergrendeld
Deur kon niet vergrendeld worden of storing
Legende
Deur geopend
Deur niet vergrendeld of fout
Deur gesloten
Deur vergrendeld
27-32
Vergrendeltijd