3.2 hulpontgrendeling
Voor het opstellen van de machine kan de veiligheidsvergrendeling spanningsloos ontgrendeld worden. Draai de
q
hulpontgrendeling in positie
om de veiligheidsvergrendeling te ontgrendelen. De normale functie wordt pas
p
hersteld nadat de hulpontgrendeling terug in haar uitgangspositie
gedraaid is.
Opgelet: niet over de aanslag heen draaien!
Legende
A: Inbouwstekker M12, 8-polig
B: LED-aanduiding
C1: Hulpontgrendeling via sleufschroevendraaier
C2: Hulpontgrendeling via driekantsleutel TK-M5
Na de inbedrijfname moet de hulpontgrendeling tegen onopzettelijke bediening worden beveiligd, bijvoorbeeld met
behulp van de meegeleverde verzegeling.
3.3 Paniekontgrendeling -T/-T8 of Noodontgrendeling -N
Bij de varianten met paniekontgrendeling en noodontgrendeling is de hendel los bijgevoegd. De hendel moet voor
de eerste inbedrijfname met de meegeleverde schroef zodanig op de driekant van de ontgrendeling worden
gemonteerd, dat de pijl in de driekant en de pen van de rode hendel elkaar bedekken.
De hendel kan aan beide zijden gemonteerd worden. De tegenoverliggende zijde kan met behulp van
driekantsleutel TK-M5 als hulpontgrendeling worden gebruikt.
14-32