Documenten afdrukken
Zorg ervoor dat er papier in de papierlade is geplaatst.
Een document afdrukken (Windows)
1.
Selecteer vanuit uw software Afdrukken.
2.
Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd.
3.
Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen, Opties,
Printerinstellingen, Printereigenschappen, Printer of Voorkeuren.
4.
Selecteer de gewenste opties.
●
Selecteer in het tabblad Indeling de afdrukstand Staand of Liggend.
●
Selecteer in het tabblad Papier/Kwaliteit het juiste papiertype in de vervolgkeuzelijst Media in het
deelvenster Ladekeuze. Kies vervolgens het juiste afdrukkwaliteit in de vervolgkeuzelijst
Instelling afdrukkwaliteit.
●
Klik op de knop Geavanceerd en selecteer vervolgens het juiste papierformaat uit het
vervolgkeuzemenu Papierformaat.
5.
Klik op OK om het dialoogvenster Eigenschappen te sluiten.
6.
Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
Om documenten af te drukken (OS X)
1.
In het menu Bestand in uw software kiest u Afdrukken.
2.
Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd.
3.
Geef de pagina-eigenschappen.
Als het gedeelte Opties in het dialoogvenster Afdrukken niet wordt weergegeven, klik dan op Details
weergeven.
OPMERKING:
de opties kan verschillen van toepassing tot toepassing.
●
Geef het papierformaat op.
OPMERKING:
geplaatst en dat u het overeenkomstige papierformaat op het bedieningspaneel van de printer
hebt ingesteld.
●
Selecteer de afdrukstand.
●
Geef het vergrotings- of verkleiningspercentage op.
4.
Klik op Afdrukken.
24
Hoofdstuk 3 Afdrukken
De volgende opties zijn beschikbaar voor een printer met USB-verbinding. De positie van
Als u het Papierformaat wijzigt, zorg er dan voor dat u het correcte papier hebt
NLWW