3.
Sluit de voedingskabel (1) en de gegevenskabel (2) aan op de achterzijde van de vaste schijf.
Opmerking
voedingsconnector. Als u een secundaire vaste schijf installeert, gebruikt u de P5-
voedingsconnector.
Afbeelding 2-28
VOORZICHTIG
dan 30 mm. Als u de kabel in een te nauwe bocht dwingt, kan de interne bedrading breken.
4.
Als u een nieuwe schijfeenheid installeert, sluit u het andere uiteinde van de gegevenskabel aan
op de juiste connector op de systeemkaart.
Opmerking
aanwezig is, sluit u de gegevenskabel van deze vaste schijf aan op de donkerblauwe
systeemkaartconnector (aangeduid met SATA 0). Hierdoor bent u verzekerd van optimale
prestaties. Als u een tweede vaste schijf toevoegt, sluit u de gegevenskabel aan op de
volgende beschikbare (niet-gebruikte) SATA-connector op de systeemkaart in de volgende
volgorde: SATA0, SATA1, SATA3, SATA2.
5.
Leid de voedingskabel en de gegevenskabel door de kabelklemmen.
6.
Plaats het voorpaneel en het toegangspaneel van de computer terug.
7.
Sluit het netsnoer en eventuele externe apparatuur opnieuw aan en zet vervolgens de computer
aan.
8.
Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het
toegangspaneel.
Opmerking
Plus! Deze cd-set is bij de eerste installatie van de computer gemaakt om het besturingssysteem,
de stuurprogramma's en de andere applicaties te herstellen die in de fabriek op de computer zijn
geïnstalleerd. Wanneer het herstelproces is voltooid, zet u alle persoonlijke bestanden terug
waarvan u een backup heeft gemaakt voordat u de vaste schijf verving.
32
Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
Als u een primaire vaste schijf installeert, gebruikt u de P4-
Kabels van de vaste schijf aansluiten
Vouw of buig een SATA-gegevenskabel nooit met een radius van minder
Als er in het systeem slechts één vaste-schijfeenheid van het type SATA
Als u de primaire vaste schijf heeft vervangen, gebruikt u de cd-set Restore
NLWW