Inhoudsopgave
Advertenties
8.4 HOOFDMENU
8.5 Temperatuurinstelling
De gewenste omgevingstemperatuur wordt
ingesteld met behulp van de Temp+ en Temp-
toetsen op het paneel. De instelbare waarden
liggen tussen 15 en 30 °C. In het geval van de
IDRO PLUS-functie is de maximale instellimiet
gedefinieerd in par. 68
8.6 Instellen van het
bedieningsprogramma
H e t b e d i e n i n g s p r o g r a m m a g e e f t h e t
verwarmingsvermogen van de kachel aan. Het
programma kan worden ingesteld met behulp
van de PROG+ en PROG- toetsen en gaat van 1,
minimaal vermogen, tot 5, maximaal vermogen.
8.7 Inschakelen van de kachel
Om de kachel aan te steken moet de ON/OFF toets
enkele seconden worden ingedrukt. De kachel gaat
automatisch in de ontstekings- en verwarmingsfase.
Als het de eerste keer is dat de kachel wordt
ingeschakeld, en dus de eerste lading pellets,
zullen er verschillende opstartcycli moeten worden
uitgevoerd zodat de pellets in het voedingscircuit
terechtkomen. Zelfs in het geval van een herstart
na automatische uitschakeling door ontbrekende
pellets (Foutcode 5), zal een ontstekingsfout
door het leegmaken van het pellettoevoercircuit
mogelijk zijn. Als de kachel geen correcte ontsteking
heeft uitgevoerd, zal het volgende nog steeds
op een gereduceerde pellethoeveelheid staan
volgens de instelling van het schroefvermogen in
ontstekingsinstelbaar van 1 tot 5 (parametercode
25). Indien het ontstekingscommando zich nog in
de afkoelfase bevindt, gaat de kachel in de stand-
by modus totdat de rookgastemperatuur is gedaald
tot onder de temperatuur van de kachel bij het
uitschakelen (parametercode 36).
8.8 Uitschakeling van de kachel
Om de kachel uit te schakelen, volstaat het de
toets ON/OFF met het verlichte LCD-display in
te drukken. Het systeem brengt door middel van
gecontroleerde afkoeling de kachel in de uit-stand.
8.9 Systeemfouten resetten
De kachel geeft elke abnormale situatie aan die
wordt gedetecteerd door middel van een foutcode
en gerelateerde opmerking. Alvorens de kachel
opnieuw aan te zetten, moeten eventuele fouten
worden gereset door ongeveer 3 seconden op de
STOP-toets te drukken en in ieder geval totdat
de foutmelding op het LCD-display verdwijnt. De
laatste 10 fouten worden opgeslagen in een niet-
vluchtig geheugen en kunnen worden bekeken door
naar het menu LOG FOUTEN te gaan.
8.10 Verwarmingsmodus
De verwarmingsmodus kan op elk moment worden
gewijzigd door zowel het programma als de
ingestelde temperatuur te regelen met de toetsen
op het display en het paneel zelf. De kachel past
automatisch het geleverde vermogen aan volgens
het programma en de omgevingstemperatuur die
door de juiste sonde wordt gedetecteerd.
8.11 Pelletverbruik
A l s t i j d e n s d e v e r w a r m i n g s f a s e d e
o m g e v i n g s t e m p e r a t u u r h o g e r i s d a n d e
ingestelde waarde van de delta T die is ingesteld
in de systeemparameter 64, gaat de kachel
in pelletverbruik naar koeling. De kachel gaat
automatisch weer aan als de omgevingstemperatuur
gedurende minimaal 1 minuut onder de ingestelde
temperatuur daalt. Standaard is de parameter 100,
indien ingesteld op 0, de functie uitgeschakeld.
De instelbare temperatuurwaarde varieert van 1°
tot 15°C.
8.12 Automatische of handmatige modus
De bediening van de kachel kan handmatig
zijn, d.w.z. door de bediener worden in- en
uitgeschakeld, of automatisch door middel van
de ingebouwde weekprogrammer of timer om de
kachel automatisch in of uit te schakelen op vaste
tijdstippen naargelang de behoeften. Druk op de
SET-toets op het paneel om de modus te wijzigen.
Het display geeft te allen tijde de geselecteerde
modus aan.
8.13 Handmatig
De kachel wordt alleen handmatig bediend en
vervolgens wordt elke in- of uitschakelen gedaan
via de ON/OFF-knop.
8.14 Automatisch
De kachel wordt niet alleen handmatig in- en
uitgeschakeld, maar bedient ook de instellingen
in de timer en de wekelijkse programmeur door
deze op de ingestelde tijden en dagen in of uit te
schakelen.
04/2023 - NL
21
Advertenties
Inhoudsopgave
