2.
VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
2.1
Veiligheid bij het gebruik
WAARSCHUWING: Steek geen voorwerpen in de aanzuig- en uitblaasopeningen.
WAARSCHUWING: Blokkeer de aanzuig- en uitblaasopeningen niet.
WAARSCHUWING: Tijdens gebruik wordt de bovenkant van het toestel heet.
LET OP: In uitzonderlijke situaties kan er water uit het toestel lopen. Plaats daarom niets onder het
toestel dat hierdoor beschadigd kan raken.
2.2
Veiligheid bij installatie, onderhoud en service
GEVAAR: Het toestel mag alleen door gekwalificeerd technisch personeel geopend worden.
WAARSCHUWING: Doe het volgende vóór u het toestel opent:
1. Schakel het toestel uit met het bedieningspaneel.
2. Wacht tot de ventilatoren gestopt zijn.
GEVAAR: De ventilatoren kunnen nadraaien.
3. Laat het toestel afkoelen.
LET OP: De warmtewisselaar respectievelijk de verwarmingselementen kunnen zeer heet worden.
4. Verbreek de netvoeding (zet de werkschakelaar om).
5. Bij modellen met waterverwarming:
Sluit de CV-toevoer (indien mogelijk).
WAARSCHUWING: De lamellen van de warmtewisselaar zijn scherp.
(
1.1)
NL
V
Pagina | 6