8.
INSTALLATIE AFSTANDSBEDIENING
8.1
De afstandsbediening bevestigen
Bevestig de Ecopower-afstandsbediening op een goed bereikbare plaats,
direct op de wand of in een schakelkast.
1. Draai de schroef aan de bovenzijde los en open de behuizing.
2. Zet de achterkant van de behuizing met 2 schroeven vast op de wand.
3. Sluit de behuizing en draai de schroef aan de bovenzijde vast.
OPMERKING: Pas eventueel eerst de instellingen van de afstandsbedie-
ning aan via de DIP-switches. (zie
bediening)
8.2
De afstandsbediening aansluiten op het toestel
De afstandsbediening wordt aangesloten op één van de
twee modulaire connectors op het toestel (aangegeven
met de symbolen
).
H
Beide aansluitingen zijn gelijkwaardig.
8.3
Meerdere toestellen met één bedieningspaneel
•
Op één bedieningspaneel kunnen maximaal 8 toestellen worden aangesloten.
De toestellen worden onderling doorverbonden met besturingskabels, op de aansluitingen
•
•
De totale lengte van de besturingskabels tussen de doorverbonden toestellen mag niet groter zijn dan
30 m.
Stel één toestel naar keuze in als master (zie
•
toestellen is hierbij niet van belang.
•
Sluit het bedieningspaneel en de externe regelcomponenten aan op het master-toestel.
OPMERKING: Verwijder bij de overige toestellen NIET de brug op de ingang voor externe bestu-
ring.
(
1.1)
NL
V
9. Instellingen afstands-
12. Instellingen
toestel). De volgorde van de aangesloten
.
G
Pagina | 17