Veiligheidsmaatregelen
•
Alleen personeel dat een passende opleiding heeft gevolgd met betrekking tot de
inspectie, toepassing en werking van MEWP's (met inbegrip van het herkennen en
vermijden van risico's in verband met de werking van MEWP's) is bevoegd om een
MEWP te bedienen.
•
Een MEWP mag alleen worden gebruikt door goed opgeleid personeel dat een
apparaatspecifieke training heeft gekregen. Vóór de inbedrijfstelling dient de
gebruiker te bepalen of het personeel gekwalificeerd is om de MEWP te bedienen.
•
Lees alle waarschuwingsberichten (GEVAAR, WAARSCHUWING en LET OP) en
bedieningsinstructies op de machine en in deze handleiding, zorg ervoor dat u ze
begrijpt en houd u eraan.
•
Zorg ervoor dat de machine wordt gebruikt op een wijze die overeenkomt met de
door JLG bedoelde toepassing.
•
Alle gebruikers moeten een grondig begrip van het beoogde doel en de functie van
de
MEWP-bedieningen
nooddaalbedieningen.
•
Zorg ervoor dat u alle van toepassing zijnde regels van uw werkgever en de
plaatselijke en overheidsvoorschriften kent, begrijpt en opvolgt die betrekking
hebben op het gebruik en de toepassing van de machine.
1.2.2
Inspectie van het werkterrein
•
De gebruiker moet voorzorgsmaatregelen nemen om alle gevaren op het
werkterrein te vermijden voordat en terwijl de machine wordt bediend.
•
Bedien en hef het platform niet vanaf vrachtwagens, aanhangers, treinwagons,
vaartuigen, steigers of soortgelijke plaatsen tenzij deze toepassing schriftelijk is
goedgekeurd door JLG.
•
Controleer het werkterrein op bovengrondse gevaren zoals elektrische leidingen,
brugkranen en andere mogelijke obstakels boven de grond alvorens de machine te
bedienen.
•
Controleer het werkterrein op kuilen, oneffenheden, steile hellingen, obstakels, afval,
bedekte kuilen en andere mogelijke gevaren.
•
Controleer het werkterrein op gevaarlijke plaatsen. Bedien de machine niet in een
gevaarlijke omgeving, tenzij de machine voor dat doel is goedgekeurd door JLG.
•
Controleer of de bodemgesteldheid geschikt is om de maximale belasting van de
banden te dragen die op de betreffende stickers op het chassis naast elk wiel is
aangegeven. Rijd niet op een niet-ondersteund oppervlak.
14
hebben,
waaronder
31222124
platform-,
grond-
ES1330L, ES1530L
en