6 Inbedrijfstelling en afstelling
Vullen en ontluchten
De boiler vullen
1. Open een warmtapwaterkraan in de woning.
2. Vul de boiler via de koudwateraansluiting (XL3).
3. Wanneer er met het water uit de warmtapwaterkraan
geen lucht meer meekomt, is de boiler vol en kan de
kraan worden gesloten.
14
Hoofdstuk 6 |
Inbedrijfstelling en afstelling
Vullen en ontluchten van de laadspiraal
Vullen
1. Open de kraan (extern, niet inbegrepen bij het pro-
duct). Vul de spiraal in de boiler en de rest van het
afgiftesysteem met water.
2. Open de ontluchtingsklep (QM22).
3. Wanneer het water dat de ontluchtingsklep (QM22)
verlaat niet met lucht is vermengd, sluit u de klep.
Na een tijdje begint de druk te stijgen.
4. Wanneer de juiste druk is verkregen, sluit u de
vulklep.
Ontluchten
1. Ontlucht de spiraal via de ontluchtingsklep (QM22)
en de rest van het afgiftesysteem via de bijbehorende
ontluchtingskleppen.
2. Blijf vullen en ontluchten totdat alle lucht is verwij-
derd en de druk klopt.
De afbeelding toont de VPB 200.
VPB/VPBS