NL
De kettingrem kan ook met de hand worden bediend en wel
door de remhendel naar voren te duwen.
Dit is echter alleen aan te raden bij een laag toerenaatal van
de motor en voor korte tijd.
Probeer altijd eerst de rem voor het gebruik van de machine.
Doe dit op het laagste toerenaantal, terwijl U de rem aan-
trekt.
Stel de rem altijd buiten werking voor het starten.
Het contact van de gevaarhoek met het hout of met andere
voorwerpen kan een terugslag veroorzaken (het omhoog
schieten van de motorzaag).Begin daarom nooit met de
bovengenoemde hoek van de ketting te zagen.
Wanneer dit contact tot stand komt, wordt de motorzaag
plotseling teruggeduwd en kan men de controle over de
machine verliezen. Houd de motorzaag altijd goed met beide
handen vast, aangezien in het geval van een terugslag. Dit is
het contact van de linkerhand met de hendel die de rem in
werking stelt.
FUNCTIONERINGSTEST VAN DE KETTINGREM:
1 De kettingrem wordt (A) buiten werking gesteld door de
remhendel naar achteren te trekken en deze vast te zetten
(de ketting is in beweging).
2 De kettingrem wordt (A) in werking gesteld door de
remhendel naar voren te duwen en deze vast te zetten (de
ketting is geblokkeerd). De remhendel moet in de beide
posities springen. Wanneer daar teveel kracht voor nodig
is, of de remhendel wil in geen van beide posities,
GEBRUIK DE MACHINE DAN NIET maar breng hem
onmiddelijk naar een geautoriseerde reparateur.
3 KETTINGVANGER
Dit apparaat is uitgerust met een kettingvanger onder het
aandrijfwiel. Dit is bestemd om de achterwaartse bewe-
ging van de ketting te voorkomen in geval van breuk of
wanneer het van het zwaard komt. Het mag dan ook nooit
worden verwijderd.
STORINGZOEKINGSTABEL
Ga na of de stopschakelaar in de positie I staat.
Controleer het brandstofpeil min. 25% inhoud tank.
Ga na of het luchtfilter niet vervuild is.
De bougie demonteren, afdrogen, reinigen,
bijstellen en zonodig vervangen.
De carburateur nakijken, ev eventueel de schroeven aandraaie.
Vervang het brandstoffilter. Neem contact op met uw dealer.
De montage aanwijzingen van de maal-onderdelen
nauwkeuring opvolgen.
Controlleer of de maal-onderdelen geslepen zijn,
zo niet wendt u zich tot uw winkeller.
Motor veroorzaakt nog altijd moeilijkhenden: Neem contact op met uww dealer.
34
VIJLEN VAN DE KETTING
1 Het slijpen van de zaagtanden kan worden verricht door
het gebruik van de hier afgebeelde daarvoor bestemde
vijl:
KETTING
SPR 378 GX
Het kettingtype is gemakkelijk te onderscheiden d.m.v.
het serienummer dat is aangebracht op dat deel van de
zaagtanden wat in de opening van de stang valt.
Het is gemakkelijker een vijlapparaat te gebruiken.
De ketting kan op het geleideblad blijven tijdens het vijlen.
Alvorens met het vijlen aan te vangen moet de ketting juist
aangespannen worden.
2 De vijl moet goed geplaatst worden:
– "A" verticale hoogte
– "B" horizontale hoek
– "C" verticale hoek.
Voor normaal vijlen volstaan drie steken van de vijl zijde-
lings tegen de rand van elke tand.
Gebruik de kettingrem om de ketting op het geleideblad
te vergrendelen .
3 De vijl moet horizontaal.
4 Bij het vijlen van de ketting moeten alle tanden met
dezelfde hoeveelheid worden afgevijld, zodat ze allemaal
even lang zijn.
Vijl altijd vanaf de binnen zijde van
de tand, dus de ene tand wordt vanaf de ene zijde en de
volgende vanaf de andere zijde van het geleideblad
gevijld.
5 DIEPTE STELLER
Een korrekte dieptesteller is zeer belangrijk om goed te
zagen en voor een langere levens duur van de ketting.
Na ongeveer 4 of 5 maal bijvijlen moet het volgende
gedaan worden: de dieptemaat instellen en met een platte
vijl de dieptesteller gelijk vijlen met de dieptemaat.
Het hoogteverschil tussen de tanden en de dieptestellers
is 0,65 mm.
Na het wegnemen van de dieptemaat kunnen de diepte-
stellers afgerond worden (D).
Motor start niet
De motor draait slecht
of verliest vermogen
•
•
•
•
•
•
•
•
•
L
VIJL
7/32"
30° - 35°
85° - 90°
60°
De machine start
maar slecht zaagt
•
•