NL
De tankdop altijd langzaam los draaien.
Bijvullen op open plaatsen, kom niet te dicht in de buurt van
openvuur of vonken.
Bewaar de mengsmering altijd in een daarvoor bestemde
jerry can.
VEILIGE OPSLAG VAN BRANDSTOF
Benzine is licht ontvlambaar. Doof altijd eerst sigaretten, pij-
pen en sigaren voordat u met benzine gaat werken. Voorkom
morsen met benzine. Sla de brandstof op in een koele, goed
geventileerde ruimte, in een daarvoor bestemde jerry can. Zet
nooit een motor weg; met nog benzine in de tank, in slecht
geventileerde ruimten, of waar benzine damp in aanraking kan
komen met openvuur, vonken of een waakvlam van bijvoor-
beeld een cv ketel. Benzine dampen kunnen een explosie of
brand veroorzaken. Sla geen grote hoeveelheden benzine op.
KETTINGSMERING
BELANGRIJK
De levensduur van zwaard en ketting hangen voor een groot
deel af van een goede smering.
Wij bevelen aan: de speciale McCulloch kettingolie of een olie
met viscositeit SAE 30.
Gebruik nooit afgewerkte motorolie. Zwaard, ketting en olie-
pomp gaan dan zeer snel slijten. Als u de brandstoftank vult
moet u tevens de olietank vullen.
Het is ten zeerste af te raden de brandstof geheel op te ver-
bruiken. Dit om problemen bij het starten te voorkomen en is
bovendien een behoud voor de motor.
LET OP: De kettingzaag rekt gedurende gebruik, vooral
wanneer het nieuw is en het zal nu en dan noodzakelijk
zijn de ketting bij te stellen en aan te spannen. Een
nieuwe ketting dient na ca. 5 minuten gebruik bijgesteld
te worden.
• De oliepomp kan naar behoefte afgeregeld worden.
De opbrengst van de oliepomp kan beinvloed worden door
het verdraaien van schroef (A) (zie afbeelding). De pomp
levert meer olie door schroef (A) tegen de richting van de klok
in te draaien
.
BELANGRIJK. De pomp levert minder olie door schroef (A)
met de richting van de klok mee te draaien
STARTEN EN STOPPEN
BELANGRIJK - Nooit de zaag starten of gebruiken tenzij
zwaard en ketting op de juiste wijze zijn aangebracht.
Motor starten uit de buurt van de brandstof vulplek en
met het zwaard naar voren op een stabiel en plat opperv-
lak plaatsen.
HET STARTEN VAN EEN KOUDE MOTOR
Controlleer of de kettingrem buiten werking is door de
remhendel (L) naar de "draagbeugel voor" toe te trekken.
Beweeg the start/stop hendel (A) naar de koude start positie
(choke dicht). Op het moment datt de start/stop hendel | –– • |
in deze positie staat opent hij tevens gedeeltelijk de gasknop.
Druk decompressieknop (D).
Hould de zaag goed ander kontrole (afb.4) en trek aan het
startkoord totdat de machine aanslaat.
32
Als u de motor hoort starten verplaats de start/stop hendel
––
|
• | | naar de middelste positie (choke open). Druk de
decompressieknop (D).
ATTENTION: de gasknop blijft gedeeltelijk open in deze posi-
tie en de ketting kan beginnen te draaien. Dit stelt de motor in
staat warm te draaien.
ATTENTION: oefen druk uit op de versnellings hendel en laat
daardoor deze vrijkomen. Dit zorgt ervoor dat de gashendel
gesloten wordt en dat de ketting stopt met draaien.
HET STOPPEN VAN DE MOTOR
STOP. De machine wordt gestopt door de start/stop hendel
(A) in te drukken naar de stop positie.
BELANGRIJK. Als de zaagmachine langere tijd op volgas
heeft gelopen adviseren wiju, alvorens de machine te stop-
pen, deze even op stationair toerental te laten lopen.
HET STARTEN VAN EEN WARME MOTOR
Plats de start/stop hendel (A) in de mittelste positie. Druck
decompressieknop (D) in en trek aan de starthendel tot de de
machine begint te lopen.
ATTENTION. De automatische versneller zal alleen
werken indien de hendel (A) in de koude start positie is
geplaatst en dan terug in de start positie (middelste posi-
tie). Deze actie is gewenst indien de motor niet gaat
draaien na het starten.
HET STARTEN VAN EEN WARME MOTOR NA HET VUL-
LEN VAN TANK
Wanneer de benzinetank geheel leeggedraaid is start dan de
motor op dezelfde wijze als een bkj een koude motor.
HET GEBRUIK
DE KETTINGZAAG
BELANGRIJK
Voordat u de kettingzaag gaat gebruiken is het noodzakelijk
de gebruiksaanwijzing zorgvuldig te lezen om alle veiligheid-
smaatregelen in acht te kunnen nemen.
.
HET VELLEN VAN BOMEN
– Hou omstanders en dieren uit de buurt van uw zaagobject.
– Bepaal vooraf de Valrichting van de Boom en tevens de
vluchtweg als de boom gaat vallen.
E
– Ga geen bomen vellen als het hard waait.
1 Maak de voet van de boom vrij van struikgewas, grote
wortelaanlopen en stenen of andere voorwerpen die de
ketting kunnen beschadigen. (afb. 1).
2 A) Maak een valkerf (A) van 45° in aan de kant waar de
Zaag de velsnede niet te ver door. Er moet altijd een
breuklijst van minstens 5 cm. blijven staan om de valri-
chting onder kontrole te kunnen houden.
B) Gebruik wiggen om het moment van vallen en de valri-
3 Als de boom begint te vallen loop dan weg in de vooraf
bepaalde looprichting.
boom moet vallen tot op 1/3 van de diameter (d) van de
boom. Maak dan de velsnede (B) ongeveer 5 cm. hoger
dan de valkerf aan de andere zijde van de boom.
chting nog beter te kunnen kontroleren.
F